e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Posterholt

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
tussenzool tussenzool: tøšǝzǭl (Posterholt) Een dunne zool die van binnen in de schoen gewerkt is en die tussen de eigenlijke zool en de binnenzool ligt. [N 60, 171a] II-10
tussenzool [wld ii.10, p. 40] tussenzool: tusjezaol (Posterholt) Een dunne zool die van binnen in de schoen gewerkt is en tussen de eigenlijke zool en de binnenzool ligt? (tussenzool?) Vgl. tek. 88. [N 60 (1973)] III-1-3
tweede klaveroogst tweede snit: twedǝ šnet (Posterholt) In verband met de benamingen voor nagras is de informanten ook gevraagd of ze een specifiek woord kenden voor de tweede klaveroogst; hier zijn alleen de opgaven opgenomen die afweken van die voor ''nagras''. [N 14, 128c] I-3
tweede luiden voor de mis trumpen: trumpe (Posterholt, ... ) De klok luiden vóór de aanvang van de doordeweekse mis(sen). [N 96A (1989)] || Het luiden van de klokken op zondag een half uur en/of een kwartier vóór de aanvang van de vroegmis, de hoogmis, het lof of de vespers. [N 96A (1989)] III-3-3
tweeling twee lammer: twē̜ lāmǝr (Posterholt) De woordtypen tweeling, tweerling, kweeling, koppel en de meervoudige begrippen als twee lammetjes duiden op twee schapen, maar tweelingslam, tweelinglam, tweelingslammetje, tweelingsschaap en tweerlinglam wijzen op één lam van een tweeling. [N 77, 138; N 70, 4] I-12
tweeslachtige jonge kip kwee: kwē (Posterholt) Met betrekking tot het woordtype loerhaan merken informanten op, dat deze een haan is met een geslachtelijke afwijking of dat deze het uiterlijk van een haan heeft maar geen volledige haan is. [N 70, 10; N C, add.; N 19, add.; monogr.] I-12
tweevleugelraam stolpraam: štǫlǝprām (Posterholt) Raam met twee draaiende delen die naast elkaar in de raamopening passen. De twee vleugels zijn daarbij gelijk van afmeting. [N 55, 56] II-9
twijg, jonge tak jonge tak: WLD  jonge tak (Posterholt) Een twijg, een jonge tak (bent, twijg, wis, sprik, tak, teen). [N 82 (1981)] III-4-3
ui, ajuin ollek: óleke (Posterholt), WLD = ui  oolik (Posterholt) ui [N 92 (1982)] I-7
uienpannenkoek oligenkoek: olikkekook (Posterholt) Pannekoek met in schijven gesneden uien (oojekook?) [N 16 (1962)] III-2-3