32918 |
verspreid gras |
sprei:
špręi̯ (L387p Posterholt)
|
Het resultaat van de handeling uit het voorgaande lemma: het gemaaide gras dat gelijkmatig op het veld ligt te drogen. [N 14, 98]
I-3
|
18797 |
verstand |
verstand:
versjtandj gebroeke (L387p Posterholt),
versjtandj höbbe (L387p Posterholt)
|
een goed verstand hebben; zijn verstand goed gebruikend [bezouwig, redelijk, radelijk] [N 85 (1981)] || het vermogen goed, helder te denken [verstand, bewijs, bewoud, vernuft] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
19179 |
verstandig |
verstandig:
verstänjig (L387p Posterholt)
|
verstandig [SGV (1914)]
III-1-4
|
32057 |
verstek |
verstek:
vǝrštɛk (L387p Posterholt)
|
Hoekverbinding waarbij de uiteinden van de twee delen onder een hoek van 450 tegen elkaar staan. Daardoor is op de buitenhoek geen kopshout zichtbaar. Zie ook afb. 143. [N 53, 203a; monogr.]
II-12
|
32010 |
verstekbak |
verstekbak:
vǝrštē̜k˱bak (L387p Posterholt)
|
Gootvormig houten gereedschap met schuine zaagsneden in de twee opstaande kanten, dat dient om het daarin geplaatste werkstuk in verstek te zagen. Als zaag wordt daarbij meestal een kapzaag gebruikt. Zie ook afb. 117. [N 53, 214a; monogr.]
II-12
|
29941 |
verstekhaak |
verstekhaak:
vǝrstɛkhǭk (L387p Posterholt)
|
Een winkelhaak waarvan de benen onderling een hoek van 450 vormen. De verstekhaak wordt gebruikt om versteklijnen af te tekenen en om te controleren op haaksheid. Zie ook afb. 104 en het lemma ɛverstekhaakɛ in Wld II.9, pag. 10-11 en Wld II.11, pag. 57.' [N 53, 188; N E, 18a; monogr.]
II-12
|
32060 |
verstekken |
(een) verstek maken:
vǝrštɛk mākǝ (L387p Posterholt)
|
Het werkstuk in verstek brengen. [N 53, 203b]
II-12
|
32018 |
verstekklem |
lijstenklem:
līstǝklɛm (L387p Posterholt),
lijstklem:
līsklɛm (L387p Posterholt)
|
Werktuig om in verstek bewerkte hoeken van lijsten na het lijmen vast te klemmen. Zie ook afb. 123. [N 53, 220b-c]
II-12
|
32059 |
verstekverbinding met vaste pen |
verstek:
vǝrštɛk (L387p Posterholt),
verstek met pen:
vǝrštɛk met pɛn (L387p Posterholt)
|
Houtverbinding, waarbij de delen met behulp van pen en gat aan elkaar bevestigd worden. Zie ook afb. 145. Deze verbinding is steviger dan een gewoon verstek. [N 54, 57a]
II-12
|
31757 |
verstekzaagmachine |
verstekzeeg:
vǝrštē̜k˲zē̜x (L387p Posterholt)
|
Zaag die gemonteerd is in een ijzeren constructie met geleiders en in verschillende hoekstanden geplaatst kan worden. De verstekzaagmachine wordt gebruikt om verstekken te zagen. Zie ook afb. 16. [N 53, 12; monogr.]
II-12
|