e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Posterholt

Overzicht

Gevonden: 5728
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
blinken, glimmen, glanzen glimmen: glimme (Posterholt) een glans van zich geven [glimmen, glanzen, blinken] [N 91 (1982)] III-4-4
bloed bloed: blood (Posterholt), bloot (Posterholt) bloed [N 10 (1961)], [SGV (1914)] III-1-1
bloeden bloeden: blöw (Posterholt) bloeden [SGV (1914)] III-1-2
bloedworst bloedworst: bloodworsj (Posterholt, ... ) bloedworst [N 06 (1960)] || Bloedworst (bulling?) [N 16 (1962)] III-2-3
bloedzuiger bloedzuiger: WLD  blootzuuger (Posterholt), bloedzuiker: (bloodzuker) (Posterholt), echel: eegel (Posterholt) bloedzuiger [SGV (1914)] || bloedzuiger [lok, echel, deegel, bloodiegel, -zuuker] [N 26 (1964)] III-4-2
bloem bloem: bloom (Posterholt, ... ), blōm (Posterholt) bloem [SGV (1914)] || Bloem bestaat uit het inwendige van de korrel, de meelkern, en is wit tot grauw van kleur. In verband met het onderscheid tussen ''meel'' en ''bloem'' (zie de toelichting bij het lemma ''gemalen en gezuiverd graan'') zijn de opgaven die op het begrip "meel" duiden zoals roggemeel, tarwe, tarwemeel uit dit lemma overgebracht naar het lemma ''gemalen en gezuiverd graan''. Ten aanzien van het woordtype "patent" zij opgemerkt dat de patentbloem komt uit het hart van de meelkern wiens kleur mooi wit is (Schoep blz. 12). De graad van fijnheid wordt aangegeven door "0" (zero). Hoe meer zero''s, hoe fijner de bloem. [N 29, 15c; N 29, 14b; N 29, 14a; N 16, 80; N 29, 16] || Bloem van het meel (bloem, dons, blom, blons?) [N 16 (1962)] II-1, III-2-3
bloem (alg.) bloem: blo.mə (Posterholt), bloom (Posterholt), bloemetje: blömke (Posterholt) bloem [SGV (1914)] || bloemen [RND] III-4-3
bloembol bol: WLD  bòòlle (Posterholt), knol: WLD  knòòlle (Posterholt) Het onderaards, met dikke balden bolvormig bekleed stengeldeel, waaruit een bloem kan groeien; een bloembol (klieste, klister, kleister, bol, bloembol, knol, ajuin). [N 82 (1981)] III-4-3
bloemknop knoop: WLD  knoep (Posterholt) De knop waaruit een bloem groeit (bot, bloembot, bloemknop). [N 82 (1981)] III-4-3
bloemkool bloemkool: bloom kool (Posterholt), bloomkeul (Posterholt), bloomkool (Posterholt), WLD = bloemkool  bloomkool (Posterholt, ... ) bloemkool [N 92 (1982)] || bloemkool als gerecht [N Q (1966)] || bloemkool, als plant of gewas [N Q (1966)] I-7, III-2-3