e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Posterholt

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
wasvrouw wasvrouw: wejsvrouw (Posterholt) Hoe noemt u de wasvrouw? (wasvrouw, wasses) [N 104 (2000)] III-2-1
water opbrengen pompen: pǭmpǝ (Posterholt) Beslagwater in de beslagkuip brengen. [N 36, 35a; monogr.] II-2
waterbak leerkuip: lę̄rkȳp (Posterholt) De bak of kuip waarin de schoenmaker de pek bewaart en het leer weekt. [N 60, 194a] II-10
waterdamp damp: damp (Posterholt) Wat zegt u in uw dialect tegen \"dampen\"? (dampen, dompen, doempen) [N 104 (2000)] III-2-1
waterdamp, wasem damp: damp (Posterholt) Zichtbaar gasmengsel dat bij het koken van water opstijgt (damp, blaak) [N 79 (1979)] III-2-1
waterdorpel buitendorpel: būtǝdø̜lpǝr (Posterholt), dorpel: dø̜rpǝl (Posterholt) Horizontale laag bakstenen of natuursteen aan de onderkant van een raamkozijn. De waterdorpel wordt vooral toegepast bij zeer dikke muren. Wordt de dorpel uit bakstenen samengesteld, dan worden deze gemetseld in de vorm van een afwaterend gestelde rollaag. Zie ook afb. 57e. In Q 194 werd voor een waterdorpel gebruik gemaakt van 'ijzerklinkers' ('īzǝrklēŋkǝrs'), in K 353 van arduin. [N 55, 44c; N 32, 12c; L 31, 12a; monogr.; S 39, add.; A 46, 10c, add.] II-9
waterhoen waterhennetje: waaterhinke (Posterholt) waterhoen III-4-1
waterige kost slobber: sjloeber (Posterholt) slobber; Hoe noemt U: Waterachtig voedsel (zwans, zwadder, zwadderatie, slidder, slierp, slobber, slobbering) [N 80 (1980)] III-2-3
waterketel brouwketel: bruwkę̄tǝl (Posterholt) De ketel waaruit het water voor het beslag wordt gehaald. Uit de woordtypen "warmwaterketel" (L 250, L 325, Q 95), "warmwaterbak" (L 362, P 120) en "warmwaterkuip" (Q 32) blijkt dat het beslagwater reeds op een bepaalde temperatuur is gebracht. In Q 99 is de waterketel van ijzer vervaardigd. [N 35, 27] II-2
waterleiding waterleiding: waterleiing (Posterholt) het stelsel van buizen waardoor drinkwater naar huizen geleid wordt [lei] [N 90 (1982)] III-3-1