20542 |
wecken |
inmaken:
inmake (L387p Posterholt)
|
wecken; Hoe noemt U: Steriliseren van levensmiddelen in luchtdicht afgesloten flessen (wecken, inmaken) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
22860 |
weddenschap |
weddingschap:
Sub WEDDEN.
widdingsjap, wèddingsjap (L387p Posterholt)
|
[Weddenschap].
III-3-2
|
21906 |
wedstrijdduif |
reisduif:
Sub DUIF.
reisdoef (L387p Posterholt)
|
Postduif.
III-3-2
|
20435 |
weduwe |
widvrouw:
witfrouw (L387p Posterholt)
|
weduwe [SGV (1914)]
III-2-2
|
20451 |
weduwnaar |
widman:
witman (L387p Posterholt)
|
weduwnaar [SGV (1914)]
III-2-2
|
18275 |
weefsel, stof |
stof:
sjtoĕf (L387p Posterholt)
|
stof (étoffe) [SGV (1914)]
III-1-3
|
25579 |
weegtoestel |
waag:
wǭx (L387p Posterholt)
|
Het weegtoestel waarmee het deeg na het verdelen wordt gewogen. Vroeger gebruikte men wel een hangende balans, volgens de informant van L 377, maar deze moest verdwijnen, omdat ze niet geijkt kon worden. Zie afb. 19. [N 29, 33a; N 29, 32b; monogr.; N 29, 105e]
II-1
|
33821 |
week in de muil |
week in de muil:
węi̯k en dǝ mul (L387p Posterholt)
|
Gevoelig in de mond voor de druk van het gebit, vooral bij jonge paarden. [JG 1a; N 8, 64f]
I-9
|
23511 |
weekdienst |
weekdienst:
waekdeens (L387p Posterholt)
|
Een wekelijkse mis voor een overledene, weekdienst. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
21279 |
weelde |
weeld:
wêlj (L387p Posterholt)
|
weelde [SGV (1914)]
III-3-1
|