e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Posterholt

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
welig groeiend gelp: WLD  gelp (Posterholt) In overvloed groeien, gezegd van planten (gelp). [N 82 (1981)] III-4-3
wellat wellat: wɛllat (Posterholt) Houten lat die onder de wel van de trede wordt gespijkerd als steun voor de stootborden. Zie ook afb. 68. [N 55, 104c] II-9
welstuk welstuk: wɛlštø̜k (Posterholt) De smalle, bovenste trede van een trap waarvan de bovenkant gelijk ligt met de bovenkant van de vloer. [N 55, 110] II-9
wendakkerhoeken koppen: kø̜p (Posterholt), de volgende opgaven zijn enkelvoud  kǫp (Posterholt) Bij het ploegen van de keerstrook of wendakker blijft, behalve als men na elke voor bij het keren de ploeg terugtrekt en aan de kant inzet, aan beide zijden van de wendakker een vierkant of rechthoekig keerstrookje over, dat thans vaak onbewerkt blijft, maar vroeger veelal met de schop (soms met de riek) werd omgewerkt. Een enkele keer diende het voor een ander gewas dan op de rest van de akker verbouwd werd. [N 11, 50b; N 11A, 125c; A 33, 7; N P, 1] I-1
wenkbrauw ogenbrauw: ougebroa (Posterholt) wenkbrauw [SGV (1914)] III-1-1
wensen wnschen (du.): wŭnsje (Posterholt) wenschen [SGV (1914)] III-1-4
wentelraam draairaam: drɛjrām (Posterholt) Raam dat om een verticale as in het midden van de vleugel draait. [N 55, 43] II-9
wereldgeestelijke wereldgeestelijke: waereldgeistelik (Posterholt) Een wereldgeestelijke, priester van een bisdom. [N 96D (1989)] III-3-3
werkbank schaafbank: šāf˱baŋk (Posterholt), werkbank: werǝk˱baŋk (Posterholt) In het algemeen de houten bank waaraan de timmerman het hout bewerkt. Dit type werkbank is doorgaans aan de voorzijde ter hoogte van één van de poten en soms ook aan de zijkant voorzien van een houten bankschroef. Zie ook afb. 113. [N 53, 208a; monogr.] II-12
werkbankblad blad: blāt (Posterholt) Het werkvlak van de werkbank. Het werkbankblad bestaat uit een dik blok massief hout waarin verschillende vierkante en ronde gaten in zijn aangebracht. Zie ook de lemmata ɛstootblokgatɛ en ɛbankhaakgatɛ.' [N 53, 208c; monogr.] II-12