17681 |
zenuw |
zeen:
zaen (L387p Posterholt)
|
zenuw [zeen] [N 10 (1961)]
III-1-1
|
23513 |
zeswekenmis |
zeswekendienst:
zeiswaekedeens (L387p Posterholt)
|
Een mis die zes weken na iemands overlijden wordt opgedragen. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
17826 |
zetten |
zetten:
zètte (L387p Posterholt)
|
zetten [SGV (1914)]
III-1-2
|
19718 |
zeven |
zeven:
zēvǝ (L387p Posterholt),
ziften:
zifte (L387p Posterholt)
|
Het sap door een zeef laten lopen. Voor de fonetische documentatie van {sap} en {broei} zie men het lemma ''sap''. [N 57, 22] || zeven; Hoe noemt U: Door een zeef laten lopen (zeven, ziften) [N 80 (1980)]
II-2, III-2-1
|
33146 |
zeven met de handzeef |
zeven:
zēvǝ (L387p Posterholt)
|
Zaaigraan winnen uit het met de wan gezuiverde graan door het te zeven. [N 14, 41b, 42b en 43b; JG 1a, 1b; Wi 43; S 45; monogr.]
I-4
|
17693 |
zeveren |
zeveren:
zeivere (L387p Posterholt)
|
zeveren [zeivere, sabbere] [N 10a (1961)]
III-1-1
|
21772 |
zich aanstellen |
zich aanstellen:
zich aansjtelle (L387p Posterholt)
|
zich aanstellen [N 102 (1998)]
III-3-1
|
18804 |
zich bedenken |
zich bedenken:
zich bedinke (L387p Posterholt)
|
van besluit veranderen, van zijn mening terugkomen [zich bedenken, fineren] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
21298 |
zich bemoeien met |
bemoeien:
bemeujen (L387p Posterholt)
|
bemoeien [SGV (1914)]
III-3-1
|
19004 |
zich gedragen |
zich voegen:
zich veuge (L387p Posterholt)
|
zich goed gedragen [zich voegen, zich gevoegen] [N 85 (1981)]
III-1-4
|