e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Posterholt

Overzicht

Gevonden: 5728
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
boveneinde van de stam top: WLD  toep (Posterholt) Het dunne uiteinde van de stam, bovenaan (top, kop, topeind). [N 82 (1981)] III-4-3
bovenkant van het brood korst: kǭrš (Posterholt) [N 29, 54a; monogr.] II-1
bovenlicht vast bovenlicht: vas˱ bǭvǝlex (Posterholt) Zie kaart. Met de term 'bovenlicht' kan zowel een vast raam boven een (voor)deur als het al dan niet naar binnen openklappend bovenste deel van een raam worden bedoeld. De woordtypen 'waaier', 'waai', 'spinnekop', 'deurlicht' en 'deurvenster' duiden specifiek een vast raam boven een deur aan. [S 4; L 1 a-m; L 22, 10; L B1, 170; N 55, 54a; A 46, 10a, add.; A 46, 10c; A 49, 10; monogr.] II-9
bovenlip bovenlip: baovelub (Posterholt) bovenlip [DC 01 (1931)] III-1-1
bovenneus naas: nās (Posterholt) De normale neus, die boven de binnenneus van de schoen zit. [N 60, 81b] II-10
bovenneus [wld ii.10, p. 25] naas: naas (Posterholt) De normale neus die daarboven zit (bovenneus?) [N 60 (1973)] III-1-3
bovenregel bovenregel: bǭvǝrēgǝl (Posterholt) De bovenste horizontale plank van de vergaring van een paneeldeur. [N 55, 26c; monogr.] II-9
bovenstangen kiefringen: kēfreŋ (Posterholt) De beide naar boven stekende ijzeren delen van het onder lemma Onderstangen genoemde bit. [N 13, 49] I-10
bovenste handvat arm: ęrm (Posterholt) Het bovenste handvat van de steel van de zeis, dat in de linkerhand wordt gehouden. Doorgaans is dit het lange T-vormige handvat, zoals beschreven in de algemene toelichting van deze paragraaf en in de toelichting bij het lemma ''steel van de zeis''; daar zijn ook de opgaven opgenomen waar het bovenste handvat kort en recht is of waar dit bovenste handvat ontbreekt (model B). Om de varianten van de substantiva onder één woordtype bijeen te houden en een vergelijking met de opgaven voor het onderste handvat te vergemakkelijken, zijn de adjectiva (bovenste, lange, grote, enz.) als facultatief in het hoofdwoordtype opgenomen. Zie afbeelding 4, A1 en B1.' [N 18, 67b; N C, 3b1; JG 1a, 1b, 2c; monogr.] I-3
bovenstuk van een jurk lijfje: liefke (Posterholt) lijfje, bovenstuk van jurk [baskien] [N 24 (1964)] III-1-3