31773 |
cirkelzaagmachine |
cirkelzeeg:
serkǝlzē̜x (L387p Posterholt)
|
Zaagmachine met een cirkelvormig zaagblad. Het zaagblad is verticaal op een as onder de zaagtafel bevestigd en steekt er door een gleuf gedeeltelijk bovenuit. [N 53, 17; monogr.]
II-12
|
33518 |
citroenmelisse |
citroenkruid:
WLD
cetroenkroet (L387p Posterholt)
|
Citroenmelisse (melissa officinalis de sterk naar citroen geurende blaadjes van deze plan gebruikt men in soepen, sausen en bij de inmaak van diverse artikelen, o.a. haring en paling (citroenkruid, averiet, averoen, melisse). [N 82 (1981)]
I-7
|
24406 |
cocon |
pop:
WLD
pop (L387p Posterholt, ...
L387p Posterholt)
|
Hoe noemt u een vlinder in omhulsel [N 83 (1981)] || Hoe noemt u het omhulsel van rupsen als zij zich inpoppen [N 83 (1981)]
III-4-2
|
18518 |
colbertjasje |
jasje:
jēske (L387p Posterholt)
|
colbertjasje, (korte) jas van een kostuum [N 23 (1964)]
III-1-3
|
23939 |
collatie |
collatie (<lat.):
kolatie (L387p Posterholt)
|
Een licht avondmaal dat is toegestaan op vastendagen, collatie. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
23628 |
collectant |
collectant (fr.):
kolletant (L387p Posterholt)
|
Een collectant, de persoon die met de collectezak of -schaal rondgaat [centevenger?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23624 |
collecte |
collecte:
kolekte (L387p Posterholt)
|
De geldinzameling, de collecte [de kollekt?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23625 |
collecteren |
rondgaan:
roondjgaon (L387p Posterholt)
|
Met de schaal of het kerkezakje rondgaan in de kerk [róndgooën?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23629 |
collecteschaal |
schaal:
sjaal (L387p Posterholt)
|
De schaal, het bord waarmee in dat geval gecollecteerd werd [schaol, sjaal, telder, klaaterschoeëtel?] . [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23626 |
collectezakje |
klingelzak:
klingelzak (L387p Posterholt)
|
Een collectezakje (met belletje) aan een lange stok [kringel-, klingelsbuul?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|