e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Posterholt

Overzicht

Gevonden: 5728

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
achterste achtelste: èchelsjte (Posterholt), vot: vòòt (Posterholt) [N 10c (1995)]achterste [SGV (1914)] III-1-1
achterstijl rugstijl: rø̜kštīl (Posterholt) Stijl aan de achterzijde van een meubel. Zie ook afb. 169. [N 56, 129c] II-12
achteruit achteruit: achteroet (Posterholt), achteròm (Posterholt), terug-u(j): trȳk˱ ȳ (Posterholt) Open plaats achter een huis (dam, werft, bleek, achteruit, plaats) [N 79 (1979)] || Voermansroep om het paard achteruit te doen gaan. [JG 1b; N 8, 95l en 96; L B 2, 254; L 36, 81b; monogr.] I-10, III-2-1
achteruitgaan teruggaan: teruuk gaon (Posterholt) Achteruitgaan (wijken, deinzen). [N 84 (1981)] III-1-2
achteruittrappen slaan: šlǭn (Posterholt) Met één of beide achterpoten achterwaarts trappen. [JG 1a; N 8, 70a en 72] I-9
achterwand hoofdbred: høi̯t˱brɛ̄t (Posterholt) De afneembare achterplank van de kar of wagen. Deze plank werd tussen de twee zijwanden geschoven om de laadruimte af te sluiten en kon tijdens het lossen weggenomen worden. Voor de betekenisontwikkelingen van de verschillende woordtypes, zie de toelichting bij het lemma voorwand. Op de kaart zijn voor Belgisch Limburg alleen de gegevens uit de mondelinge enqu√™te opgenomen. [N 17, 30a + 36 + 48; N G, 61c; JG 1a; JG 1b; JG 2b; JG 2c; A 26, 1a; Lu 4, 1a; L 33, 4; L 40, 56; monogr.] I-13
achterwerk vot: vòòt (Posterholt) deel van het lichaam waar de bovenbenen tezamen komen [mik, fliermik] [N 10 (1961)] III-1-1
achterwiel van een fiets achterrad: achterraad (Posterholt) het achterwiel van een fiets [riks] [N 90 (1982)] III-3-1
acoliet misdienaar: maesdeener (Posterholt) Een acoliet, een oudere misdienaar. [N 96B (1989)] III-3-3
adamsappel adamsappel: adamsappel (Posterholt) adamsappel [N 10 (1961)] III-1-1