33926 |
de staart couperen |
zwensen:
šwɛnsǝ (L387p Posterholt)
|
Het kappen of afsnijden van de staart van veulens gebeurt na enkele dagen of weken. Nadat de staart zuiver gemaakt en afgebonden is, wordt hij afgesneden en toegebrand. [N 8, 103d]
I-9
|
18062 |
de stuipen hebben |
toevallen hebben:
toevalle höbe (L387p Posterholt)
|
stuipen: De stuipen hebben: een aanval van stuipen hebben (spinneweven, spinnevoeten, stuiptrekken, in de gaven liggen). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
19639 |
de tafel afruimen |
afruimen:
aafruume (L387p Posterholt),
de tafel opruimen:
toafel opruume (L387p Posterholt)
|
Wat is bij u de uitdrukking voor \'de tafel afruimen\'? (afvegen, afkuisen) [N 104 (2000)]
III-2-1
|
19859 |
de tafel dekken |
dekken:
deike (L387p Posterholt)
|
tafel dekken; Hoe noemt U: De tafel dekken (rechten dekken) [N 80 (1980)]
III-2-1
|
24036 |
de toog aankrijgen |
gekleed worden:
gekleid waere (L387p Posterholt)
|
De toog/het habijt aankrijgen, gekleed worden. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
30384 |
de trap afschrijven |
afschrijven:
āfšrīvǝ (L387p Posterholt)
|
Bij een rechte steektrap met behulp van een zwaaihaak of afschrijfmal de treden op de bomen afschrijven. Zie ook de lemmata 'Rechte streektrap' en 'Afschrijfmal'. [N 55, 93; N 55, 94a-b]
II-9
|
30402 |
de trede inpassen |
passend maken:
pasǝnt mākǝ (L387p Posterholt)
|
De trede in het nest inpassen. [N 55, 115]
II-9
|
19640 |
de was blauwen |
(de) was blauwen:
der wĕsj blêjje (L387p Posterholt),
blauwselen:
blauwsele (L387p Posterholt),
blawsele (L387p Posterholt)
|
blauwen [de wasch ~ ] [SGV (1914)] || Wat is bij u de uitdrukking voor \'de was blauwen\'? (blauwen, blauwselen) [N 104 (2000)]
III-2-1
|
19440 |
de was mangelen |
mangelen:
mangele (L387p Posterholt),
wringen:
vringe (L387p Posterholt)
|
De was glad maken d.m.v. een mangel (mangelen, wringen) [N 79 (1979)]
III-2-1
|
19437 |
de was spoelen |
spoelen:
sjpeule (L387p Posterholt),
sjpöle (L387p Posterholt)
|
spoelen [SGV (1914)] || Zeep verwijderen uit kledingstukken door ze heen en weer te bewegen in een vloeistof (spoelen, plodderen) [N 79 (1979)]
III-2-1
|