e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Putbroek

Overzicht

Gevonden: 494
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
mug mug: muk (Putbroek) steekmug [DC 18 (1950)] III-4-2
naaien naaien: nɛjǝ (Putbroek) Algemene benaming voor naaien. Informanten uit P 119, P 188 en Q 77 merken op dat de benaming lappen ouder is dan naaien. [N 62, 1a; N 62, 1d; A 2, 70; A 37, 1c; L 31, 46; Gi 1.IV, 12; MW; RND; Wi 40; S 25; monogr.] II-7
naar huis gaan naar huis gaan: nao hōēs gaon (Putbroek) naar huis gaan [DC 03 (1934)] III-1-2
nageboorte van het paard lichter: lēxtǝr (Putbroek) Moederkoek die na de geboorte van het veulen afkomt. [A 33, 19a; N 8, 54 en 55] I-9
nagras, tweede hooioogst groe(n)maad: grōmǝnt (Putbroek), nawei: nāwęi̯ (Putbroek) De opbrengst van de tweede maal dat er gehooid wordt, doorgaans eind augustus; zie de algemene toelichting bij deze paragraaf (''nagras''). [N 14, 128b, JG 1a, 1b en 2b; A 4, 26a; A GV, 2Gr.; L B2, 345; L 5, 8; L 14, 15; Gwn 7, 10; Wi 58; S 25; monogr.] I-3
natuurlijke waterloop beekje: bękskǝ (Putbroek) Natuurlijke, smal stromende waterloop. [N 27, 25; N 27, 24; A 2, 48; A 10, 21; A 20, 1d; A 20, 1c; AGV, m1; L 24, 17; L 24, 27; L 33, 10; L 37, 15; R I, 23; S 33; monogr.] I-8
navel navel: nāvəl (Putbroek) navel [DC 02 (1932)] III-1-1
netmaag netmaag: nɛtmāx (Putbroek) De tweede maag van de koe, de langwerpige maag. [N 28, 81; A 9, 11b] I-11
nieuwsgierig nieuwsgierig: nuusjierig (Putbroek) nieuwsgierig, benieuwd: die vrouw is erg - [DC 16 (1948)] III-1-4
noemen noemen: nūmə (Putbroek) noemen, een naam geven [DC 03 (1934)] III-2-2