24356 |
mug |
mug:
muk (L381a Putbroek)
|
steekmug [DC 18 (1950)]
III-4-2
|
28708 |
naaien |
naaien:
nɛjǝ (L381a Putbroek)
|
Algemene benaming voor naaien. Informanten uit P 119, P 188 en Q 77 merken op dat de benaming lappen ouder is dan naaien. [N 62, 1a; N 62, 1d; A 2, 70; A 37, 1c; L 31, 46; Gi 1.IV, 12; MW; RND; Wi 40; S 25; monogr.]
II-7
|
17848 |
naar huis gaan |
naar huis gaan:
nao hōēs gaon (L381a Putbroek)
|
naar huis gaan [DC 03 (1934)]
III-1-2
|
33881 |
nageboorte van het paard |
lichter:
lēxtǝr (L381a Putbroek)
|
Moederkoek die na de geboorte van het veulen afkomt. [A 33, 19a; N 8, 54 en 55]
I-9
|
32955 |
nagras, tweede hooioogst |
groe(n)maad:
grōmǝnt (L381a Putbroek),
nawei:
nāwęi̯ (L381a Putbroek)
|
De opbrengst van de tweede maal dat er gehooid wordt, doorgaans eind augustus; zie de algemene toelichting bij deze paragraaf (''nagras''). [N 14, 128b, JG 1a, 1b en 2b; A 4, 26a; A GV, 2Gr.; L B2, 345; L 5, 8; L 14, 15; Gwn 7, 10; Wi 58; S 25; monogr.]
I-3
|
33706 |
natuurlijke waterloop |
beekje:
bękskǝ (L381a Putbroek)
|
Natuurlijke, smal stromende waterloop. [N 27, 25; N 27, 24; A 2, 48; A 10, 21; A 20, 1d; A 20, 1c; AGV, m1; L 24, 17; L 24, 27; L 33, 10; L 37, 15; R I, 23; S 33; monogr.]
I-8
|
17766 |
navel |
navel:
nāvəl (L381a Putbroek)
|
navel [DC 02 (1932)]
III-1-1
|
34104 |
netmaag |
netmaag:
nɛtmāx (L381a Putbroek)
|
De tweede maag van de koe, de langwerpige maag. [N 28, 81; A 9, 11b]
I-11
|
19010 |
nieuwsgierig |
nieuwsgierig:
nuusjierig (L381a Putbroek)
|
nieuwsgierig, benieuwd: die vrouw is erg - [DC 16 (1948)]
III-1-4
|
20401 |
noemen |
noemen:
nūmə (L381a Putbroek)
|
noemen, een naam geven [DC 03 (1934)]
III-2-2
|