24377 |
slakkenhuis |
slakkenhuisje:
šlekkənhuuske (L381a Putbroek)
|
slakkenhuis [DC 17 (1949)]
III-4-2
|
24535 |
sleutelbloem |
sleutelbloem:
-
sleutəlbloom (L381a Putbroek),
sleutərsbloom (L381a Putbroek),
sleuteltje:
-
sleutəlkəs (L381a Putbroek)
|
sleutelbloem, wild [DC 24 (1953)]
III-4-3
|
19801 |
sleutelbos |
bussel sleutelen:
bussəl šløtələ (L381a Putbroek),
sleutelbos:
sleutelbos (L381a Putbroek)
|
Sleutelbos (afbeelding) [DC 14 (1946)]
III-2-1
|
25137 |
sneeuwen |
sneeuwen:
sniejə (L381a Putbroek)
|
sneeuwen [DC 03 (1934)]
III-4-4
|
25191 |
sneeuwx |
sneeuw:
snēə (L381a Putbroek)
|
sneeuw [DC 03 (1934)]
III-4-4
|
33232 |
snijbiet |
snijkroot:
snīkrǭt (L381a Putbroek)
|
Beta vulgaris L. var. cicla L. De snijbiet is een variëteit van de voederbiet speciaal gekweekt voor het blad dat als spinazie kan worden gebruikt. Evenals rode biet hoort de snijbiet eerder bij de moestuin- dan bij de akkergewassen. Het lemma staat toch hier vanwege de "lexicale nabijheid" met andere bieten en knollen. [A 13, 2d; monogr.]
I-5
|
19736 |
soda |
soda:
sōdā (L381a Putbroek)
|
de witte stof, die door kruideniers en drogisten wordt verkocht in poedervorm en die gebruikt wordt om de was uit te koken, om hard water zacht te maken en in een bad waarvan men b.v. een zwerende vinger onderdompelt? (soda) [DC 15 (1947)]
III-2-1
|
32750 |
spade, spitschop |
schup:
šøp (L381a Putbroek)
|
Een schop met een vlak blad, dat min of meer in het verlengde van de steel geplaatst is. Deze schop wordt gebezigd voor het omspitten van de wendakkerhoeken, een lapje grond, de tuin e.d. Al naar gelang de streek en de ervaring is het blad van de spade hartvormig, trapeziumvormig of rechthoekig. Voor het tweede lid van de varianten van samenstellingen zie men het simplex schup verderop in het lemma. [N 11A, 147; N 18, 1 + 2 + 5 + 14; JG 1a + lb; L 7, 15; L 42, 40; Wi 5; Gwn 8, 2; GV, K 7; monogr.; div.]
I-1
|
21373 |
spijbelen |
uit de school steken:
zich oet də sjoeəl sjtekə (L381a Putbroek)
|
wegblijven van school: Hoe noemt men heimelijk, zonder medeweten van de ouders, ---? [DC 24 (1953)]
III-3-1
|
19806 |
spons |
spons:
špons (L381a Putbroek)
|
spons om ruiten mee schoon te maken [DC 15 (1947)]
III-2-1
|