21431 |
leuren |
op commissie gaan:
op kommiesje gao(n) (Q032a Puth),
vragen of get veil is:
vraoge of get veil is (Q032a Puth)
|
Inventarisatie uitdrukkingen voor: "op koopmanschap gaan"= erop uittrekken om zijn waren te verkopen? Zo neen, welke andere uitdrukking. Geeft u nauwkeurig de uitspraak aan. [N 21 (1963)]
III-3-1
|
17568 |
levend vlees onder de huid |
bloedvlees:
t blôôt vleisch (Q032a Puth)
|
levend vlees onder de huid [t leeve] [N 10 (1961)]
III-1-1
|
17697 |
lever |
lever:
lêêver (Q032a Puth)
|
lever [leevert, lijver, livvere] [N 10 (1961)]
III-1-1
|
20514 |
leverworst |
leverworst:
van gekookte lever
lîêverwoosj (Q032a Puth)
|
leverworst [N 06 (1960)]
III-2-3
|
24342 |
libel en waterjuffer |
snijder:
schnieder (Q032a Puth)
|
libel, alg. [DC 27 (1955)]
III-4-2
|
17540 |
lichaam |
lijf:
lie:f (Q032a Puth),
lief (Q032a Puth),
prij:
prie (Q032a Puth)
|
lichaam [N 10 (1961)], [SGV (1914)]
III-1-1
|
18084 |
lichaamsvocht |
leewater:
leiwater (Q032a Puth),
water:
t water (Q032a Puth)
|
leewater [SGV (1914)] || lichaamsvocht (dat zich bijv. in de gewrichten bevindt) [N 10 (1961)]
III-1-2
|
26693 |
lichtboom van de handmolen |
lift:
lef (Q032a Puth)
|
Het onder de pasbrug geplaatste balkje, als onderdeel van de licht van handmolens, waarmee de pasbrug op en neer kan worden bewogen. [N D, 22]
II-3
|
25239 |
lichte nevel |
amig:
aomig (Q032a Puth)
|
lichte nevel die het zicht vertroebelt [donst, dook, blaok] [N 22 (1963)]
III-4-4
|
18571 |
lichte overjas |
seizoensjas:
sezoensjas (Q032a Puth)
|
herenoverjas, lichte ~ [sertoe] [N 23 (1964)]
III-1-3
|