e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Puth

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
liggen liggen: ligge (Puth) liggen [SGV (1914)] III-1-2
ligger ligger: leqǝr (Puth) De onderste, stilliggende molensteen. [N O, 17d; A 42A, 32; N D, 6; Sche 48; Vds 86; Jan 120; Coe 97; Grof 118; monogr.] II-3
lijkbidder naaste buren: naaste buren (Puth) lijkbidders; wordt het overlijden aangezegd door de naaste buren of door lijkbidders? Hoe heten deze (aanzeggers, aansprekers, groeveneugers, uitingstneugers, lijkers, enz.)? (duidelijk vermelden of deze naam op de buren of op de lijkbidders slaat) [VC 03 (1937)] III-2-2
lijnzaad, vlaszaad lijzaad: lēzǭt (Puth) Linum usitatissimum L. Lijnzaad is de gebruikelijke naam voor het zaad van de vlasplant en, in verband met de olieproduktie, ook voor het gewas. Zie paragraaf 4.2 en in het bijzonder het lemma Vlas. Uit de gerepelde en gedorste zaadbollen wordt olie geslagen, de lijnolie; de overblijvende pulp is een gezocht veevoer. De vormen die hier zijn samengebracht onder de typen lijzend en lijzens zijn te beschouwen als varianten van lijzaad, met een bijzondere verzwaring van het eerste lid. Ze zijn als afzonderlijke typen behandeld vanwege de samenstellingen in dit lemma en in de volgende lemmaɛs. [S 22; Wi 18; monogr.; add. uit JG 1b; L 1 a-m; L 1 u, 149; L 42, 59; RND 31] I-5
lijsterbes duivelskers: duuvelskeech (Puth) lijsterbes (Sorbus aucuparia) [DC 26 (1954)] III-4-3
limburgse kaas stinkkaas: sjtinkkîês (Puth) Limburgse kaas, Hervese kaas (stinkkaas, rommedoe?) [N 16 (1962)] III-2-3
limonade limonade: limonaad (Puth) limonade door een rietje zuigen [DC 35 (1963)] III-2-3
lindeblad lindeblad: linjeblaat (Puth) lindeblad [SGV (1914)] III-4-3
liniaal regel: reigel (Puth) liniaal [SGV (1914)] III-3-1
linkerkant van het paard naar de mans: nǭ dǝ mans (Puth) Kant waar de voerman het paard leidt. [N 8, 9 en 10] I-9