e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Puth

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
schoftzadel zadel: zāl (Puth) Het zadel dat een tussen berries ingespannen paard op de schoft draagt. [JG 1a, 1b; N 13, 64a; monogr.] I-10
schokken slaan: šlǭn (Puth) Gezegd van een kar of wagen. [N 17, 97] I-13
schokschouderen schikschouderen: sji(e)kschouwere (Puth), sjiksjouwere (Puth) schokschouderen [SGV (1914)] || schouders ophalen [schokschoere] [N 10 (1961)] III-1-2
scholekster ekster: èèster (Puth) scholekster (43 drukke zwart-witte vogel met rode bek; meest in de rivierstreek [N 09 (1961)] III-4-1
schommel schokkel: sjokkel (Puth) schommel [SGV (1914)] III-3-2
schoolopziener schoolopziender: sjoilopzeender (Puth) schoolopziener [SGV (1914)] III-3-1
schoondochter schoondochter: šoandoͅxtər (Puth) schoondochter [DC 05 (1937)] III-2-2
schoonmoeder schoonmoeder: šoanmōdər (Puth) schoonmoeder [DC 05 (1937)] III-2-2
schoonouders schoonouders: šoanau̯əš (Puth) schoonouders [DC 05 (1937)] III-2-2
schoonvader schoonvader: šoanvādər (Puth) schoonvader [DC 05 (1937)] III-2-2