e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Puth

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
stiefvader stiefvader: štēf˃vādər (Puth) stiefvader [DC 05 (1937)] III-2-2
stiefzoon stiefzoon: štēf˃zōn (Puth) stiefzoon [DC 05 (1937)] III-2-2
stiekem achter de mouw: achter de moe (Puth), stiekem: sjtiekem (Puth), sjtiekum (Puth), sjtikkem (Puth), stilletjes: sjtillekes (Puth) achterbaks [SGV (1914)] || geniepig [SGV (1914)] || heimelijk, stiekem, in het geniep [stilles] [N 07 (1961)] III-1-4
stier duur: dȳr (Puth) Mannelijk, niet gecastreerd rund. [JG 1a, 1b; A 4, 12; Gwn V, 1; L 7, 46; L 14, 14; L 20, 12; R 3, 38; S 35; Wi 14; monogr.; add. uit N 3A, 15] I-11
stijf van vingers en handen krom: krőmp (Puth) stijf, van vingers en handen gezegd [scheef] [N 10 (1961)] III-1-2
stijfselpap stijfpap: sjtiefpap (Puth) Hoe noemt u de pap, die met deze stof bereid wordt? (stessel, stesselpap, stesselwater) [N 104 (2000)] III-2-1
stilstaan ju(j): jȳi̯ (Puth) Voermansroep om het paard te doen stilstaan. [JG 1b; N 8, 95e en 96; L B 2, 257; L 36, 81e; monogr.] I-10
stoel stoel: štōl (Puth) stoel [SGV (1914)] III-2-1
stoep stoep: sjtop (Puth, ... ) stoep [SGV (1914)] III-3-1
stoep, trottoir stoep: sjtop (Puth) stoep [SGV (1914)] III-2-1