e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Puth

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
tijdverdrijf tijdkorting: tiedkorting (Puth, ... ) tijdkorting [SGV (1914)] III-3-2
tijger tijger: tieger (Puth, ... ) tijger [SGV (1914)] III-3-2
timmeren schrijneren: šrīnǝrǝ (Puth), timmeren: tømǝrǝ (Puth) De algemene benaming voor alle werkzaamheden die verband houden met het timmermansvak. [N 55, 169; A 35, 21; L monogr.; monogr.] II-12
tjiftjaf tjiftjaf: tjiftjaf (Puth, ... ) tjiftjaf || tjiftjaf (11 overal waar een gesloten bladerdak is; zang herhaald [tjip-tjep] [N 09 (1961)] III-4-1
tochtig bokkig: bokex (Puth), redig: rēex (Puth), rēi̯ex (Puth), spelig: špēlex (Puth) Geslachtsdrift vertonend, gezegd van de geit. [N 19, 70b; N 77, 95; JG 1b; N C, 4c; S 52, L 378 add.; monogr.] || Geslachtsdrift vertonend, gezegd van de koe. [N 3A, 29; N C, 4a; JG 1a, 1b; Gwn V, 3; monogr.; add. uit N 3A, 21; N 3A, 9b] || Geslachtsdrift vertonend, gezegd van het vrouwelijk schaap. [N 19, 70a; N C, 4b; JG 1a, 1b, 1c, 2c; monogr.] I-11, I-12
toilet huisje: hy(3)̄skə (Puth) wc, toilet [N 05A (1964)] III-2-1
tol betalen barrier (<fr.) betalen: brēēr betale (Puth) tol betalen [SGV (1914)] III-3-1
tondel vonkelgerei: vunkelgerei (Puth), zwam: sjwam (Puth) ontvlambaar materiaal in de tondeldoos [N 20 (zj)] || vuursteen in de tondeldoos [N 20 (zj)] III-2-1
tondeldoos snipperdoos: sjnipperdôôs (Puth) tondeldoos, koperen huls gevuld met licht ontvlambaar materiaal (tintelton, tinteldoos) [N 20 (zj)] III-2-1
tonen laten kijken: loate kieke (Puth) tonen [SGV (1914)] III-1-1