e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Puth

Overzicht

Gevonden: 3120
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
geslachtsgemeenschap hebben poepen: poeppe (Puth), ze dik maken: ze diek maake (Puth) geslachtsgemeenschap uitoefenen [N 10C (zj)] III-2-2
geslachtsorgaan van de hengst als geheel gemecht: gǝmɛxs (Puth) [JG, 1b; N 8, 36 en 37b] I-9
gesneden haan kapuin: kapūn (Puth) [N 19, 60a; monogr.] I-12
gesneden mannelijk varken berg: bɛrx (Puth) Het WNT (II, 1 blz. 1872 s.v. berg (II)) geeft de volgende definitie van berg: "Hetzelfde als Barg (I), inzonderheid toegepast op de mannelijke biggen die, ongeveer drie weken oud, zijn gesneden". [N 19, 8; A 4, 4b; A 4, 4a; L 20, 4b; L 37, 49e; JG 1a, 1b, 2c; S 39; N C, add.; monogr.; N E 1, 12] I-12
gesp gesp: sjoon mit in gasp (Puth), snal (<du.): sjnal (Puth) gesp [schoenen m.e. ~ ] [SGV (1914)] || sluitgesp, haak aan de tailleband van een broek [sjnal, boksesnal, gasp, gespel] [N 23 (1964)] III-1-3
gespeend veulen gespeend: gǝšpīǝnt (Puth) Een veulen dat gespeend, niet meer gezoogd wordt. De ontwenning heeft tijdens de vierde of vijfde maand plaats. [N 8, 2b] I-9
gesteven voorstuk van een overhemd frontje: fr(e)untje (Puth) voorstuk, gesteven ~ van een overhemd [fruntje, plastron] [N 23 (1964)] III-1-3
gestreepte broek fantasiebroek: fantaziebrook (Puth) broek, gestreepte ~ van jacquet of kort zwart pak [striepkesboks] [N 23 (1964)] III-1-3
getob; tobben gemartel: gemartel (Puth, ... ) gemartel [SGV (1914)] III-1-4
getuigen tuigen: tūge (Puth) getuigen [SGV (1914)] III-3-1