e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Raeren

Overzicht

Gevonden: 352
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
wilde roos (hondsroos, enz.) haagroos: verzamelfiche ZND01, a-m; ZND01, u 051 en ZND15, 004; deze laatste ook bij Har Brok  hāxrūs (Raeren), hondsroos: verzamelfiche ZND01, a-m; ZND01, u 051 en ZND15, 004; deze laatste ook bij Har Brok  hoŋsrūəs (Raeren), wilde rozenstok: verzamelfiche ZND01, a-m; ZND01, u 051 en ZND15, 004; deze laatste ook bij Har Brok  wilde rūəzəštok (Raeren) egelantier [ZND 01 (1922)] III-4-3
wilg (alg.) wijde: wij (Raeren), wijdenboom: (omgespeld)  wijəbōm (Raeren) de wilg [Lk 6 (1953)] III-4-3
wilgensoorten treurwijde: (omgespeld)  trūrwij (Raeren) namen voor verschillende soorten wilgen [Lk 6 (1953)] III-4-3
winnen gewinnen: Inf.; - jewun (won), jewonne (gewonnen).  jəwĕnə (Raeren) Winnen. [ZND m] III-3-2
winterwortelen moren: mūǝrǝ (Raeren) Daucus carota L. subsp. sativus (Hoffm.) Arcang. Bedoeld zijn hier de winterwortelen (of winterpenen) die op de akker worden geteeld, zowel als veevoeder, alsook voor de consumptie door mensen, met name voor de hutspot. De fijne variëteit tuinworteltjes komt in de aflevering over de moestuin aan bod. [N Q, 6c; JG 1a, 1b, 2c; A 4, 26c; A 49, 2b; L B2, 342; L 8, 100b; L 15, 29; L 20, 26c; Wi 7; S 45; monogr.] I-5
witte kool witte kappes: wis kappes (Raeren) [Lk 05 (1953)] I-7
witte kwikstaart bachstelze (du.): ba:xštɛ.lts (alg.) (Raeren) kwikstaart, wit (Motacilla alba alba L.) [Lk 04 (1953)] III-4-1
woord woord: wu.ət (Raeren) woord [RND] III-3-1
wormstekig heeft een worm: (heeft) ənə wōrəm (Raeren) wormstekig, gezegd ve appel [Lk 01 (1953)] III-2-3
wortel wortel: wǫ.tsǝl (Raeren) Het deel van de plant dat onder de grond blijft. Het is in de materiaalverzamelingen overal duidelijk gemaakt dat het niet om groente gaat. Vergelijk daartoe de lemma''s ''winterwortel'' en ''tuinworteltje'' in de aflevering over de moestuin. [JG 1a, 1b; L 8, 100a; L 15, 28; S 45; monogr.] I-4