id | Begrip | Trefwoord: dialectopgave (plaats) | Omschrijving |
---|---|---|---|
32917 | zwaden spreiden | spreiden: špręi̯ǝ (Raeren) | Het uiteengooien van de versgemaaide regels gras. Het voorwerp van de overgankelijke werkwoorden is steeds: gezwaden of gras. [N 14, 97a; JG 1a, 1b, 2c; monogr.] I-3 |
22826 | zwemmen | zwemmen: sjwemə (Raeren) | zwemmen [RND] III-3-2 |