e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Ransdaal

Overzicht

Gevonden: 943
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
ijzeren eg ijzeren [eg]: īzǝrǝ [eg] (Ransdaal  [(vierkant)]  ) De drie- of vierhoekige eg waarvan zowel het geraamte als de tanden van ijzer waren; zie afb. 55 en 56. Waar zulk een eg als onkruideg en/of als zaadeg diende, is vermeld in de betrokken lemmata verderop. De vorm die de ijzeren eg ter plaatse kon hebben, is hieronder voorgesteld door de tekens ‚àÜ en vierkant. Voor ''eg'' en ''eg'' zie men de toelichting bij het lemma ''eg''.' [JG 1a + 1b add.; N 11, 70 + 71 + 72 add.; N 11A, 161; N J, 10; A 13, 16b; monogr.] I-2
in de lucht naaien in de locht naaien: en dǝ lox niǝ (Ransdaal) Zonder de steun van de knieën naaien. Dit is slecht voor lendenen en rug. [N 59, 71b] II-7
ingezaaid land ingezaaid: egǝzīǝt (Ransdaal) Wat men zegt van een akker wanneer alle bewerkingen tot en met het inzaaien verricht zijn. Zie ook het lemma ''pletplank, treedplankje'' in aflevering I.2, blz. 168. Het lemma bevat bijvoeglijke naamwoorden (attributief of predicatief gebruikt: ''ingezaaid land'' en ''het land is ingezaaid''), en, achterin, enkele zelfstandige naamwoorden en zegswijzen. [N 11A, 133b; N M, 25; monogr.] I-4
inkarnaatklaver, franse klaver franse klee: fransǝ [klee] (Ransdaal) Trifolium incarnatum L. Een 15 tot 60 cm hoge plant met helder scharlakenrode bloemhoofdjes die van mei tot juli bloeien. Het wordt in augustus gezaaid, levert in mei een flinke snee groenvoer op en wordt dan ondergeploegd. Zie ook de toelichting bij het lemma Klaver, Algemeen. Zie het lemma Klaver, Algemeen voor de fonetische documentatie van de woord(delen) klaver(-) en klee(-). [N 14, 83; L 36, 35; monogr.] I-5
inleggen (in een voor) leggen: lęqǝ (Ransdaal) Voor de fonetische documentatie van de typen poten en planten zie het lemma Poten; het verspreidingsgebied van zetten in dit lemma komt niet overeen met dat in het lemma Poten; het type is hier dan ook gedocumenteerd. [N 12, 11; JG 1a, 1b; monogr.] I-5
inzepen inzepen: ezęjpǝ (Ransdaal) Het gebruiken van zeep bij het gladmaken en openpersen van de naden. Volgens de informant van Q 198 wordt dit daar niet gedaan, omdat het stof dan tussen de naden blijft zitten. [N 59, 79; N 59, 186] II-7
jaarring jaarring: jǭreŋ (Ransdaal) Jaarlijkse ringvormige verdikking aan de hoorns. [N 3A, 106b] I-11
jong van een rund kalf: kalf (Ransdaal) [N 3A, 4] I-11
jong varken bag: bak (Ransdaal), bigje: bekškǝ (Ransdaal) Jong varken in het algemeen. [N 19, 3; N C, add.; L 1a-m; L 3, 2b; L 37, 49a; NE I.12; NE 2.I.9; JG 1a, 1b, 2c; AGV KI; S 3; RND 46 en 84; Vld.; Wi 51; Gwn 5, 12; monogr.] I-12
jonge geit geitje: gętjǝ (Ransdaal), lam: lamp (Ransdaal) [N 19, 71a; N 77, 75; A 9, 21; JG 1a; monogr.] I-12