e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Ransdaal

Overzicht

Gevonden: 943
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
meer melk gaan geven bijkomen: bikǫmǝ (Ransdaal) [N 3A, 68] I-11
meetlint snijdersmaat: šnidǝšmǭt (Ransdaal) Een oprolbaar ¬± 150 cm lang meetlint, vervaardigd van linnen en inwendig van koperdraad voorzien om het rekken of krimpen tegen te gaan (Gerritse, pag. 21). Zie afb. 2. [N 59, 2; N 62, 69] II-7
meid, dienstmeid maagd: māt (Ransdaal) Meid is een noordelijke vorm, een samentrekking uit maged, maagd. Kok en keukense slaan op de keukenmeid. Dienstbode is een expansie uit de (Noord-)Nederlandse standaardtaal. [L 1, a-m; L 1u, 156; L 38, 10; RND 118; R 12, 30; S 6 en 23; Wi 6; monogr.] I-6
mekkeren meuken: mø̜̄kǝ (Ransdaal) Geluid voortbrengen, gezegd van de geit. [N 19, 76b; monogr.] I-12
melk melk: męlk (Ransdaal) De hoofdzakelijk uit water, eiwit, vet en melksuiker bestaande witte vloeistof die door het vrouwelijk rund wordt afgescheiden. Op de kaart is het woordtype melk niet opgenomen. [A3, 3; A 11, 1c; A 17, 17; A 7, 14; RND 40; RND 127; S 23; JG 1a, 1b, 2c; L 1a-m; L 4, 3; L 29, 5; NE 3, V 6n; Vld.; Gwn 10, 1; monogr.] I-11
melkaders melkaderen: mɛlkǭrǝ (Ransdaal) De aders langs de buik naar de uier. [N 3A, 118a] I-11
melkgebit van kalveren melkstanden: mɛlkstɛŋ (Ransdaal) [N 3A, 108a] I-11
melkgift van de zeug zog: zox (Ransdaal) [N 19, 20] I-12
melkkoe melkkoe: mɛlkǫu̯ (Ransdaal), melktype: mɛlktip (Ransdaal) Koe die geschikt is voor melkproductie. [N 3A, 148] I-11
melkkuil melkkuiltje: mɛlkkylkǝ (Ransdaal) Opening waardoor melkaders uit het lichaam van de koe komen. [N 3A, 118b] I-11