e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Rapertingen

Overzicht

Gevonden: 253
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
roep- en lokwoord voor een big tie, tie, tie: ti, ti, ti (Rapertingen) Roep- en lokwoord voor een big. Iets roepen kan ook vervangen worden door een smakkend geluid te maken of door te klakken met de tong. [N 19, 11b; VC 14, 2d r; monogr.] I-12
roep- en lokwoord voor het kuiken piet, piet: pit, pit (Rapertingen) [N 19, 44b; A 6, 2c; L 47, 9b; VC 12 2o -r-; monogr.] I-12
roep- en lokwoord voor het varken kuus, kuus: kūš, kūš (Rapertingen) In plaats van kuus roepen klakt men ook wel met de tong. [N 19, 11a; VC 14, 2c (r] I-12
roep- en lokwoorden voor het schaap mette: mętǝ (Rapertingen) [N 19, 74a; VC 14, 2j (R] I-12
roepwoord om de klokhen te lokken kloek, kloek, kloek: kluk, kluk, kluk (Rapertingen) [N 19, 44c; A 6, 2c] I-12
roepwoord voor de stier menne: męnǝ (Rapertingen) [N 3A, 13] I-11
rollen rollen: rǫlǝ (Rapertingen) De koe tijdens het kalven op de rug wentelen. [N 3A, 50] I-11
roodbonte koe van het donkerrode type roodbont (bijvgl. nmw.): rūǝtbǫnt (Rapertingen) Zie voor de fonetische documentatie van (koe) het lemma ''koe'' (3.3.1). [N 3A, 121a] I-11
roodbonte koe van het oranjerode type lichtrood (bijvgl. nmw): lixrūǝt (Rapertingen) Zie voor de fonetische documentatie van (koe) het lemma ''koe'' (3.3.1). [N 3A, 121b] I-11
rundvee beesten: bistǝ (Rapertingen) Als vee gehouden runderen. Rundvee in het algemeen. Zie afbeelding 1. [N 3A, 1; JG 1a, 1b; monogr.] I-11