34171 |
verkeerd liggen |
in een wrong liggen:
in een wrong liggen (Q072a Rapertingen)
|
Verkeerd liggen in de baarmoeder door een slag in de baarmoederhals, gezegd van het kalf. [N 3A, 49]
I-11
|
34165 |
verlopen |
herlopen:
hęrlūpǝ (Q072a Rapertingen)
|
Na korte tijd van dracht een misgeboorte hebben, gezegd van de koe. [N 3A, 39a]
I-11
|
34233 |
verse koe |
melkkoe:
męlǝkkø̜ (Q072a Rapertingen)
|
Koe die pas gekalfd heeft en aan een nieuwe melkperiode begint. [N 3A, 60]
I-11
|
34235 |
verstopte speen |
ontsteking:
ǫntstiǝkeŋ (Q072a Rapertingen)
|
Speen waaruit wegens verstopping geen melk komt. [N 3A, 67a]
I-11
|
34071 |
vetkoe |
vetbeest:
vɛtbīs (Q072a Rapertingen)
|
Koe die niet meer geschikt is voor de produktie en daarom voor de slacht wordt gemest. Zie voor de fonetische documentatie van (koe) het lemma ''koe'' (3.3.1). [N 3A, 77a; monogr.]
I-11
|
33665 |
vetweide |
vetwei:
vɛtwē (Q072a Rapertingen)
|
Speciale, meestal afgemaakte wei waar men koeien laat grazen die niet meer geschikt zijn voor de productie en die als slachtvee bestemd zijn. [N 3A, 77b; N 3A, 77c; N 6, 33b; JG 1a, 1d; L 19B, 2aI; L 32, 45; RND 20; S 43; monogr.]
I-8
|
34130 |
vleeskoe |
vleeskoe:
vlīskø̜ (Q072a Rapertingen)
|
Koe die vlezig van bouw is. [N 3A, 149]
I-11
|
34380 |
vleiwoord tot de zogende zeug |
knor, knor:
knǫr, knǫr (Q072a Rapertingen)
|
Een vleiwoord roepen tot de zogende zeug om deze gerust te stellen. In plaats van roepen kan men strelen, met de emmer rammelen, de zeug krabben, klakkende of smakkende geluiden maken met de tong. [N 19, 11c]
I-12
|
34348 |
vlekziekte |
uitslag:
ø̜tslāx (Q072a Rapertingen)
|
Vlekziekte wordt veroorzaakt door een bacterie. De ziekte gaat gepaard met hoge koorts; op de huid tekenen zich rode en soms donkerblauwe vierkante of ruitvormige vlekken af (WBD I.6, blz. 854). [N 19, 27a; N 19, 27b; N 52, 19; N 76, 57; A 48a, 32; monogr.]
I-12
|
34304 |
volwassen, mannelijk varken (ongesneden) |
beer:
bīr (Q072a Rapertingen)
|
De benamingen in dit lemma duiden op het volwassen, ongesneden, mannelijk varken. Opgaven voor het volwassen, ongesneden, mannelijk varken die beantwoorden aan de woordtypen berg en barg zijn verplaatst naar het lemma ''gesneden mannelijk varken'' (1.2.2). Zie afbeelding 1. [N 19, 7; RND 46 en 84; S 2; A 4, 4a; L 1a-m; L 20, 4a; L 37, 49d; L 14, 12; JG 1a, 1b; monogr.]
I-12
|