e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Rapertingen

Overzicht

Gevonden: 253

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
castreren afbinden: āfbęnǝ (Rapertingen), snijden: snē̜n (Rapertingen) In dit lemma worden twee manieren van castreren onderscheiden: A. onvruchtbaar maken door de teelballen weg te nemen, weg te snijden of te kwetsen, en B. onvruchtbaar maken door de teelballen af te binden of af te knijpen.. [N 3A, 19; JG 1a, 1b; A 3, 37; A 4, 12; L 4, 37; L 20, 12; Wi 16; monogr.] I-11
coccidiosis coccidiosis: kǫkidios (Rapertingen) Ziekte veroorzaakt door coccen. Coccidiosis aan de dunne darm, kuikendiarree. [N 19, 64] I-12
de grond omwoelen wroeten: vrūǝtǝ (Rapertingen) Met de hoorns de grond omwoelen, gezegd van de koe. [N 3A, 9c] I-11
de melk inhouden niet aflaten: ne āflǭtǝ (Rapertingen) Tijdens het melken plotseling geen melk meer geven, gezegd van de koe. [N 3A, 69; monogr.] I-11
de melk laten lopen (de melk) laten lopen: lǭtǝ lūpǝ (Rapertingen) De melk uit de spenen laten vloeien. [N 3A, 70] I-11
de zeug naar de beer brengen beren: bīrǝ (Rapertingen) De zeug laten dekken door de beer, het mannelijk varken. [N 19, 30; JG 1a, 1b, 2c; N 76, add.; monogr.] I-12
diarree aan de/het schijt: ãn dǝ sxēt (Rapertingen) Buikloop. Te dunne ontlasting, meestal veroorzaakt door een min of meer ernstige ontsteking van de darmen. Zie ook het lemma ''diarree'' in wbd I.3, blz. 472-474. [N 3A, 91, 99; A 48A, 52; monogr.] I-11
donkerbruine koe brandharige koe: branthǭregǝ [koe] (Rapertingen) Zie voor de fonetische documentatie van (koe) het lemma ''koe'' (3.3.1). [N 3A, 131a] I-11
drachtig vol: vǫl (Rapertingen) [N 3A, 33] I-11
driespeen drie demen: drē̜ dęmǝ (Rapertingen), scheve uier: sxēvǝn ø̜̄ǝr (Rapertingen) Koeuier die slechts uit drie kwartieren melk geeft. Het is niet altijd goed aan te geven of de benamingen duiden op de koeuier met deze afwijking of op de koe met een dergelijke koeuier. [N 3A, 66] || Koeuier die slechts uit drie kwartieren melk geeft. Sommige woordtypen kunnen duiden op een koe die een uier met drie spenen heeft. [N 3A, 117] I-11