34153 |
niet behouden |
niet behouden:
nēt bǝhǭwǝ (Q203a Reijmerstok)
|
Niet bevrucht. De koe wordt drie weken na de dekking weer tochtig. [N 3A, 32b]
I-11
|
34149 |
niet bevrucht |
leeg:
lē̜x (Q203a Reijmerstok),
mans:
mǭs (Q203a Reijmerstok),
verlopen:
vǝrlōpǝ (Q203a Reijmerstok)
|
Niet bevrucht bij dekking, gezegd van de koe. [N C, 19; N C, 18]
I-11
|
20401 |
noemen |
zeggen:
zēgge (Q203a Reijmerstok)
|
noemen, een naam geven [DC 03 (1934)]
III-2-2
|
24947 |
oever |
kant:
kant (Q203a Reijmerstok)
|
oever [DC 02 (1932)]
III-4-4
|
24900 |
ogenblikje, korte tijd, eventjes |
momentje:
ei mentsje (Q203a Reijmerstok)
|
ogenblikje [DC 03 (1934)]
III-4-4
|
33745 |
omheinen |
balie zetten:
baj zɛtǝ (Q203a Reijmerstok)
|
Iets omgeven met een omheining, meest van toepassing op een weiland. [N 14, 63; L 32, 45; A 25, 9; Gwn 16, 11; Vld.; monogr.]
I-8
|
34211 |
omweiden |
omweiden:
ømwɛi̯jǝ (Q203a Reijmerstok)
|
Het geregeld verplaatsen van vee. [N 3A, 11; monogr.]
I-11
|
33947 |
onderhaam |
onderhaam:
ōndǝrhām (Q203a Reijmerstok)
|
Twee met elkaar verbonden kussens die het paard onder het haam draagt, als dat te groot is. [N 13, 11; monogr.]
I-10
|
17619 |
onderlip |
onderlip:
oonderlip (Q203a Reijmerstok)
|
onderlip [DC 01 (1931)]
III-1-1
|
31712 |
onderste handvat |
(onderste, linkse, tweede, kort) handvat:
hānt˲vat (Q203a Reijmerstok)
|
Het onderste handvat van de steel van de zeis, dat in de rechterhand wordt gehouden. Doorgaans is dit het korte handvat van model A, zoals beschreven in de algemene toelichting van deze paragraaf en in de toelichting bij het lemma ''steel van de zeis''; daar zijn ook de gegevens opgenomen omtrent de localisatie van model B, waarvan het onderste handvat in de kromming van de steel zit of waar dit handvat lang en T-vormig is. Om de varianten van de substantiva onder één woordtype bijeen te houden en een vergelijking met de opgaven voor het bovenste handvat te vergemakkelijken, zijn de adjectiva (onderste, korte, kleine, enz.) als facultatief in het hoofdwoordtype opgenomen. Zie afbeelding 4, A2 en B2.' [N 18, 67c; N C, 3b2; JG 1a, 1b, 2c; monogr.]
I-3
|