e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Reijmerstok

Overzicht

Gevonden: 634
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
niet behouden niet behouden: nēt bǝhǭwǝ (Reijmerstok) Niet bevrucht. De koe wordt drie weken na de dekking weer tochtig. [N 3A, 32b] I-11
niet bevrucht leeg: lē̜x (Reijmerstok), mans: mǭs (Reijmerstok), verlopen: vǝrlōpǝ (Reijmerstok) Niet bevrucht bij dekking, gezegd van de koe. [N C, 19; N C, 18] I-11
noemen zeggen: zēgge (Reijmerstok) noemen, een naam geven [DC 03 (1934)] III-2-2
oever kant: kant (Reijmerstok) oever [DC 02 (1932)] III-4-4
ogenblikje, korte tijd, eventjes momentje: ei mentsje (Reijmerstok) ogenblikje [DC 03 (1934)] III-4-4
omheinen balie zetten: baj zɛtǝ (Reijmerstok) Iets omgeven met een omheining, meest van toepassing op een weiland. [N 14, 63; L 32, 45; A 25, 9; Gwn 16, 11; Vld.; monogr.] I-8
omweiden omweiden: ømwɛi̯jǝ (Reijmerstok) Het geregeld verplaatsen van vee. [N 3A, 11; monogr.] I-11
onderhaam onderhaam: ōndǝrhām (Reijmerstok) Twee met elkaar verbonden kussens die het paard onder het haam draagt, als dat te groot is. [N 13, 11; monogr.] I-10
onderlip onderlip: oonderlip (Reijmerstok) onderlip [DC 01 (1931)] III-1-1
onderste handvat (onderste, linkse, tweede, kort) handvat: hānt˲vat (Reijmerstok) Het onderste handvat van de steel van de zeis, dat in de rechterhand wordt gehouden. Doorgaans is dit het korte handvat van model A, zoals beschreven in de algemene toelichting van deze paragraaf en in de toelichting bij het lemma ''steel van de zeis''; daar zijn ook de gegevens opgenomen omtrent de localisatie van model B, waarvan het onderste handvat in de kromming van de steel zit of waar dit handvat lang en T-vormig is. Om de varianten van de substantiva onder één woordtype bijeen te houden en een vergelijking met de opgaven voor het bovenste handvat te vergemakkelijken, zijn de adjectiva (onderste, korte, kleine, enz.) als facultatief in het hoofdwoordtype opgenomen. Zie afbeelding 4, A2 en B2.' [N 18, 67c; N C, 3b2; JG 1a, 1b, 2c; monogr.] I-3