e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q012p plaats=Rekem

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
wielerwedstrijd koers: koers (Rekem) snelheidswedstrijd voor wielrenners op de weg [koers, klassieker] [N 112 (2006)] III-3-2
wielewaal goudmelder: goͅwtmēͅlbər (Rekem), goudmerel: IPA, omgesp.  gōͅu̯tmēərəl (Rekem) wielewaal [ZND 43 (1943)] || wielewaal (24 schuwe zomervogel in boomkruinen; man prachtig geelzwart, prachtig gevlochten nest; opvallende roep [duu-de-luo] [N 09 (1961)] III-4-1
wig cale: cale (Rekem  [(Zwartberg / Eisden)]   [Zolder]) Taps toelopend houten blok dat wordt gebruikt om bijvoorbeeld ijzeren ondersteuningen of schudgootmotoren vast te zetten. Het woordtype "bouwkijl" werd op de Domaniale mijn gebruikt voor een wig in galerij-ondersteuningen. [N 95, 346; N 95, 347; N 95, 332; monogr.; Vwo 209; Vwo 724] II-5
wijdbeens lopen breed spoor: breit spoor (Rekem) Met de benen ver uiteen lopen (wijd uiteen, breed spoor, wijdbeens). [N 109 (2001)] III-1-2
wijnazijn azijn: azin (Rekem), eedje: ēͅtšə (Rekem) wijnazijn [ZND 08 (1925)] III-2-3
wild brul: brøl (Rekem) Geslachtsdrift vertonend, gezegd van de stier. [N 3A, 17] I-11
wilde eend eend: ook vrouwtjeseend  ɛ̄ŋ (Rekem), wilde eend: IPA, omgesp.  wel ēͅəŋ (Rekem) eend [ZND 01 (1922)] || eend: wilde eend (58 overal bekend; groene kop en nek; bruine borst [N 09 (1961)] III-4-1
wilde gans gans: IPA, omgesp.  gai̯s, gau̯s (Rekem) gans: grauwe gans (± 80 net een tamme gans zonder wit; oranje bek; roep gelijk tamme gans [N 09 (1961)] III-4-1
wilde hoofdharen struivelen: strōēvele (Rekem), varkenshaar: verkeshaar (Rekem) Wilde hoofdharen (struivelen, duivelshaar, varkenshaar). [N 109 (2001)] III-1-1
wilde koe wilde koe: węl [koe] (Rekem) Koe van onbekende of niet erkende afstamming. Bedoeld wordt een koe waarvan het ouderpaar niet bekend is of waarvan de afstamming niet is geregistreerd. Zie voor de fonetische documentatie van (koe) het lemma ''koe'' (3.3.1). [N 3A, 3a; monogr.] I-11