e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q012p plaats=Rekem

Overzicht

Gevonden: 3899
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
dooier dooier: dōi̯.ǝr (Rekem), dǭi̯ǝr (Rekem) Het geel van het ei. [RND 123; L 1a-m; L 3, 8; L A2, 383; JG 1b, 1c, 2c; monogr.] I-12
doop doop: dowp (Rekem) Doop. [ZND 01 (1922)] III-3-3
doopdekentje doopdekentje: døͅybdeͅkəntšə (Rekem) dekentje waaronder de dopeling naar de kerk wordt gedragen [N 25 (1964)] III-2-2
doopjurkje doophemdje: døͅi̯p<øməkə (Rekem) doopjurkje [deumhemke] [N 25 (1964)] III-2-2
doopmutsje doopmutsje: døͅypmətskə (Rekem) doopmutsje [N 25 (1964)] III-2-2
doopvont doopvont: doejpfont (Rekem) Doopvont. [ZND 01 (1922)] III-3-3
door water het lopen met schoeisel aan plenzen: plense (Rekem) Met schoenen of klompen door het water lopen (dabberen, platsen, smodderen, plensen). [N 109 (2001)] III-1-2
doordeweekse (werk)schort doekenscholk: dokəšoͅlək (Rekem) schort, blauwlinnen (werk) ~ voor door de week [N 24 (1964)] III-1-3
doordeweekse kleren `s werkdaagse kleren: sweͅrdəsə kleͅijər (Rekem) door-de-weekse kleren [t s werkendagse dinge, werkdinge] [N 23 (1964)] III-1-3
doorgroeide, aangebrande kool aangebrande kolen: aangebrande kolen (Rekem  [(Zwartberg / Eisden)]   [Eisden]) Kool die slecht loslaat van dak of vloer. "Op de overgang van de koollaag en het gesteente in het dak en op de vloer zijn meestal spiegelgladde vlakken aanwezig. Door deze glijvlakken wordt het loslaten van de kool van dak en vloer vergemakkelijkt. Indien de glijvlakken ontbreken spreken we van "aangebrande kool" (MBK III pag. 23). [N 95, 528; monogr.] II-5