18227 |
in lompen gekleed |
armoedig:
erem-meujig (Q012p Rekem),
rafelen:
ruffele (Q012p Rekem)
|
Rafelen. Aan de rand uiteenvallen in afzonderlijke draden, het loslaten van draden, gezegd van weefsel [rafelen, reffelen, rieffelen, rufelen] [N 114 (2002)], [N 114 (2002)]
III-1-3
|
20383 |
in ondertrouw gaan |
ondertrouw:
de ongertrouw (Q012p Rekem),
óngertrouw (Q012p Rekem)
|
aangifte doen bij de ambtenaar van de burgerlijke stand, waarbij de aanstaan-de echtgenoten elkaar verklaren dat zij met elkaar een huwelijk willen aangaan; in ondertrouw gaan [verscholen, ondertrouwen, ondertrouw doen, aantekenen] [N 115 (2003)]
III-2-2
|
20252 |
in verwachting zijn |
een kind krijgen:
Men zegt soms - vroeger nogal - van een vrouw die in verwachting was: Ze heeft onder de tram gelegen. Betekenis: misschien dat ze niet onder de man uitkwam (?)
een keind kriegen (Q012p Rekem),
in positie zijn:
in positie zin (Q012p Rekem),
in verwachting zijn:
in verwachting zin (Q012p Rekem)
|
Zwanger zijn: een kind dragen, zwanger zijn (staan, met een dik lijf lopen, inkopen, groot gaan, geladen). [N 115 (2003)]
III-2-2
|
18037 |
indigestie (hebben) |
overeten:
euverête (Q012p Rekem)
|
Indigestie: storing van de spijsvertering als gevolg van overlading van de maag, te snel eten (overetendheid, indigestie, maag van streek, muik). [N 107 (2001)]
III-1-2
|
28396 |
industriekool |
vetkool:
vetkool (Q012p Rekem
[(Zwartberg / Eisden)]
[Maurits])
|
Steenkool met meer dan veertien procent vluchtige bestanddelen. Volgens de invuller uit Q 33 is de term "industriekool" van toepassing op de volgende steenkoolsoorten: vette kool, gaskool en gasvlamkool. [N 95, 456; N 95, 457; N 95, 458; N 95, 459; monogr.]
II-5
|
17982 |
ingebeelde ziekte |
ingebeelde krankte:
èngebeelde krenkde (Q012p Rekem)
|
Ingebeelde ziekte (niebekonter, iepreponder, hype). [N 107 (2001)]
III-1-2
|
27236 |
ingenieur |
ingenieur:
ingenieur (Q012p Rekem
[(Zwartberg)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV])
|
De algemene benaming voor ingenieur. De bevoegdheden en verantwoordelijkheden lopen nogal uiteen. [N 95, 139; N 95, add.; monogr.]
II-5
|
17701 |
ingewanden |
darmen:
dɛrm (Q012p Rekem),
ingewand:
ɛngəwant (Q012p Rekem)
|
de ingewanden [ZND B1 (1940sq)] || ingewanden [ZND 01 (1922)]
III-1-1
|
25433 |
ingewanden van geslacht vee |
darmen:
dē̜rǝm (Q012p Rekem),
ingewand:
ęngǝwant (Q012p Rekem),
ingewanden:
engǝwandǝ (Q012p Rekem)
|
Ingewanden van geslacht vee. Ook de algemene benamingen voor "ingewanden van vee" zijn hier opgenomen. [N 28, 58; N 28, 88; L 1a-m; L 1u, 106; Veldeke 26, 23; monogr.]
II-1
|
25434 |
ingewanden verwijderen |
opensnijden:
ǭpǝsneǝ (Q012p Rekem)
|
Als het dier opgehangen is, snijdt de slachter de buik open, waarna hij de ingewanden (maag, darmen e.d.) verwijdert. Om het dier lichter te maken en het dus gemakkelijker te kunnen ophijsen, gebeurde dit bij een rund vroeger - voordat het gebruik van katrollen e.d. meer algemeen werd - terwijl het dier nog op de burrie lag. Een bij het woordtype genoemd object wordt niet fonetisch gedocumenteerd. Zie voor deze varianten van ''darmen'', ''pens'' e.d. het lemma ''ingewanden van geslacht vee''. [N 28, 59; monogr.]
II-1
|