e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Rekem

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
jaarring ring: reǝŋk (Rekem) Jaarlijkse ringvormige verdikking aan de hoorns. [N 3A, 106b] I-11
jacquetpak jacquet (<fr.): žəkeͅt (Rekem) jacquetkostuum, bestaande uit zwarte slipjas, vest en gestreepte broek [sjeket, seket] [N 23 (1964)] III-1-3
jak basquine (fr.): baskin (Rekem, ... ), bəskin (Rekem, ... ), jak: jak (Rekem), kazavek: kašəveͅk (Rekem) damesblouse, strak om het lichaam, hoog gesloten met boordje en met lange strakke mouwen [jak, seket] [N 25 (1964)] || jak [ZND 01 (1922)] || jak (kort vrouwenkledingstuk) [ZND 27 (1938)] || vrouwenjak, kort jasvormig getailleerd bovenkledingstuk [jak, baskien, bollero, zeelewermer, kasjevek] [N 23 (1964)] || vrouwenjak, lang ~ [kapoot, kasjevek] [N 23 (1964)] III-1-3
jaloers afgunstig: ook materiaal znd 27, 44  āfxonstəx (Rekem), jaloers: ook materiaal znd 27, 44  šalus (Rekem), šəlús (Rekem) jaloers [ZND 01 (1922)] III-1-4
jam gelei: zjəléj (Rekem) jam; Hoe noemt U: Gelei van met suiker gekookte, fijngemaakte vruchten, om op de boterham te smeren (jam, confiture) [N 80 (1980)] III-2-3
jarig zijn jarig zijn: jeürig (Rekem), verjaren: verjoare (Rekem) Jarig. [Willems (1885)] || zijn geboortedag herdenken [jarig zijn, bejaren, verjaren] [N 112 (2006)] III-3-2
jarretelle jarretelle (fr.): šərtəl (Rekem) jarretels, bandjes aan corset of gordel waaraan de kousen worden vastgeknoopt [N 24 (1964)] III-1-3
jas jas: jas (Rekem  [(Zwartberg / Eisden)]   [Maurits]) Jas die de mijnwerker als bovenkleding draagt. Het "putjasje" dat men in L 417 kent, heeft twee binnenzakken: één voor het eten en één voor de mijnlamp. [N 95, 64; Vwo 139] II-5
jas: algemeen jas: jas (Rekem, ... ), jas, jaes (Rekem) jas [ZND 01 (1922)], [ZND 06 (1924)], [ZND 08 (1925)], [ZND B1 (1940sq)], [ZND m] || jas in het algemeen [kölder, frak, palleto, rok, pit, kazak] [N 23 (1964)] III-1-3
jasje van het mantelpak jasje: jeͅskə (Rekem) jasje van het mantelpak [N 23 (1964)] III-1-3