e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Rekem

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
lichtgeraakt, kregel gauw geraakt: ook materiaal znd 28, 49  gaauw geraakt (Rekem), kort geverst: ook materiaal znd 28, 49  koͅrtxəvēͅrs (Rekem), krikkel: ook materiaal znd 28, 49  krekəl (Rekem) kregel [ZND 01 (1922)] III-1-4
lidmaat, ledematen armen en benen: erm - benj (Rekem), erm en bein (Rekem) Ledematen (leden, armen en benen). [N 109 (2001)] III-1-1
lidmaatschapsboekje boekje van het syndicaat: bø̄kskǝ van ǝt sendikāt (Rekem  [(Eisden / Zwartberg)]   [Winterslag, Waterschei]) Lidmaatschapsboekje van de vakbond. [N 95, 983] II-5
lied, liedje lied: leet (Rekem), lēt (Rekem), liedje: leedshe (Rekem), leetsjə (Rekem) Een lied, een liedje. [ZND 30 (1939)] || Lied (enk. en mv.). [ZND 01 (1922)] || Lied. [Willems (1885)] III-3-2
liederen (mv.) liedjes: lētšəs (Rekem, ... ) Lied (enk. en mv.). [ZND 01 (1922)] || Liederen. [ZND 01 (1922)] III-3-2
liefde liefde: lēvdə (Rekem) Liefde. [ZND 01 (1922)] III-3-1
liefkozen vleien: flēͅjə (Rekem) liefkozen [ZND 01 (1922)] III-1-4
liegen liegen: leege (Rekem), legen (Rekem), lēgə (Rekem, ... ), légen (Rekem) liegen [ZND 01 (1922)], [ZND 25 (1937)], [ZND m] III-3-1
lier treuil: treuil (Rekem  [(Zwartberg / Eisden)]   [Eisden]) Algemene benaming voor een hijswerktuig met horizontaal geplaatste as waarmee bijvoorbeeld mijnwagens of zware voorwerpen verplaatst kunnen worden. Een lier kan met de hand of mechanisch, bijvoorbeeld elektrisch of met perslucht, worden aangedreven. Volgens Defoin (pag. 174) maakt men in Nederland naar aanleiding van de aandrijving een onderscheid tussen een windas en een lier: de windas wordt met de hand gedraaid en de lier met een motor. Omdat vraag N 95A, 13 vrij algemeen was gesteld ("Hoe noemt u een lier waarmee wagens of zware voorwerpen verplaatst kunnen worden") en omdat de lier in de mijn voor veel doeleinden wordt gebruikt, zijn de antwoorden "Hollandse lier" (Q 21), "rooflier" (Q 21), "stijlentrekker" (L 374) en "koepe-lier" (Q 21) verplaatst naar respectievelijk de lemmata Rooflier, Stijlentrekker en Koepe-lier. De opgave "kolom" uit Q 21 is volgens de invuller een zuilenlier en de term "mopje" werd volgens de zegsman uit Q 121a gebruikt voor een kleine lier in doortochten. De term "lier" is volgens de respondent uit Q 121c een Nederlandse benaming die op de Domaniale mijn pas in zwang kwam toen er een Nederlands sprekend kader op de mijn tewerkgesteld werd. [N 95A, 13; monogr.; N 95, add.; Vwo 477; Vwo 797] II-5
lies dun, de -: dŏn (Rekem), dôn (Rekem), lies: lēs (Rekem) de lies (plooi van de dij) [ZND 30 (1939)] || Het vel of vlies rond een windei. [JG 1b, 1c, 2c] || lies (v.h. been, Fr. aine) [ZND 01 (1922)] I-12, III-1-1