33044 |
mathaak |
zichtehaak:
zextǝnǭk (Q012p Rekem)
|
Doorgaans licht gebogen ijzeren tand aan een houten steel, die bij het maaien met de zicht gebruikt wordt om het graan bij het eigenlijke inkappen op te tillen en om het afgeslagen graan bij elkaar te trekken. In de volgende plaatsen geen specifieke benaming bekend: L 316, 317, 355, 356, 358, 363, 365, 366, 368, 413. Voor de fonetische documentatie van het woorddeel [zicht]- zie het lemma ''zicht'' (4.3.1). Vergelijk ook de betekeniskaart 30 bij het lemma ''zicht'' (4.3.1) voor de geografische uitbreiding van pik in de betekenis "zicht" naast die van pik in de betekenis "mathaak". Zie afbeelding 5. [N 18, 72 en 73; JG 1a, 1b, 2c; A 14, 10; L 45, 10; R 3, 66; Gwn 7, 5; monogr.; add. uit N 11, 88; N 15, 16c en 16g; A 4, 28; A 23, 16.2; L 20, 28; Lu 1, 16.2]
I-4
|
19393 |
matras |
matras:
mətràs (Q012p Rekem)
|
Het algemene woord voor een met stro, paardehaar, kapok, veren enz. stijf gevulde beddezak die dient als onderbed (matras, bed) [N 79 (1979)]
III-2-1
|
18129 |
mazelen |
mazelen:
mazelen (Q012p Rekem),
mazeren:
masere (Q012p Rekem),
māzərə (Q012p Rekem, ...
Q012p Rekem),
rode grond:
ruəjə grŏnt (Q012p Rekem)
|
de mazelen (kinderziekte) [ZND 31 (1939)] || mazelen [ZND 01 (1922)]
III-1-2
|
18855 |
medelijden |
compassie:
kompasij (Q012p Rekem),
kompassie (Q012p Rekem)
|
medelijden [ZND 33 (1940)]
III-1-4
|
18161 |
medicijn |
medicament:
medicament (Q012p Rekem),
pil:
pille (Q012p Rekem)
|
Medicijn, geneesmiddel (geneesmiddel, medicijn, medicament, (pillen)) [N 107 (2001)]
III-1-2
|
17849 |
meegaan |
gaan met:
dan gōͅn vər mɛdəx (Q012p Rekem),
meegaan:
mɛt xōͅn (Q012p Rekem)
|
Dan gaan we met u mee. [ZND 04 (1924)] || Waar gaat ge heen, willen we met u meegaan ? [ZND 04 (1924)]
III-1-2
|
27954 |
meegevende ondersteuning |
toussaintkader:
toussaintkader (Q012p Rekem
[(Zwartberg / Eisden)]
[Zwartberg, Waterschei])
|
Ondersteuning die optredende dakzakking kan volgen. Meegevende ondersteuningen worden in hoofdzaak in de winning en in mindere mate in de voorbereidingswerken toegepast. Het "Usspurwiesbouwwerk" (Q 121) is een type meegevende ondersteuning dat voornamelijk in galerijen wordt gebruikt. De Toussaint-Heintzmannondersteuning is een galerijondersteuning bestaande uit drie boogsegmenten van speciaal profiel, welke door middel van klemmen aan elkaar worden verbonden. Bij toenemende druk schuiven kap en stijlen langs elkaar. [N 95, 296; N 95, 297; monogr.]
II-5
|
21038 |
meel |
meel:
mę̄l (Q012p Rekem)
|
Het gemalen, maar nog niet bewerkte graan. Het woordtype boulté, het voltooid deelwoord van het Waalse ɛboulterɛ, ɛbouleterɛ, ø̄builenø̄, duidt er mogelijkerwijs op dat het graan in de genoemde plaatsen al een bepaalde bewerking heeft ondergaan. Zie ook het lemma ɛgemalen, niet gezuiverd graanɛ in wld II.1, pag. 85.' [Wi 53; JG 1a; JG 1b; l monogr.; N O, 37b; Sche 49; Sche 55; Vds 144; Vds 145; Vds 159; Jan 151; Jan 167; Jan 242; Coe 152; Coe 217; Grof 153; Grof 176; monogr.; Vld; Jan 9; Jan 10; Jan 11; Jan 14; Coe 9; Coe 14; N O, 24a; A 42A, 40; N D, 23; A 42A, 36 add.; N O, 19b]
II-3
|
25646 |
meel dat gebruikt wordt voor peperkoekdeeg |
half rogge half tarwe:
halfrogge half tarwe (Q012p Rekem)
|
[N 29, 88a; N 29, 88b]
II-1
|
25642 |
meel dat gebruikt wordt voor taai-taaideeg |
half rogge half tarwe:
half rogge half tarwe (Q012p Rekem)
|
[N 29, 87a; N 29, 87; N 29, 87b]
II-1
|