18708 |
omslagdoek onder mantel of jak |
plag:
plak (Q012p Rekem)
|
omslagdoek die onder mantel of jak wordt gedragen [N 23 (1964)]
III-1-3
|
18715 |
omslagdoek over mantel of jak |
plag:
plak (Q012p Rekem)
|
omslagdoek die over mantel of jak wordt gedragen [N 23 (1964)]
III-1-3
|
33651 |
omwalde akker |
blok:
blǫk (Q012p Rekem)
|
Een akker welke omsloten is door een akkerwal, een brede gracht of door bossen. [N 11, 2e; N 11, 2f; N 27, 3b; A 10, 4; monogr.]
I-8
|
34211 |
omweiden |
omzetten:
ømzętǝ (Q012p Rekem)
|
Het geregeld verplaatsen van vee. [N 3A, 11; monogr.]
I-11
|
25685 |
omzetten |
omscheppen:
ømšø̜pǝ (Q012p Rekem)
|
Het met de graanschop omkeren van het op de graanzolder uitgespreide graan. [JG 1a, 1b, 2c]
I-4
|
25087 |
onbelangrijk |
weinig:
wiənəx (Q012p Rekem, ...
Q012p Rekem)
|
weinig [ZND m]
III-4-4
|
21441 |
onbetrouwbare koopman |
voddenman:
ps. omgespeld volgens Frings.
voͅdəmoən (Q012p Rekem)
|
Inventarisatie uitdrukkingen voor: scheldwoorden of misprijzende woorden kent uw dialect voor een weinig koopkrachtig en onbetrouwbaar koopman [kremmer, toesser, ruilebuiter, voorsnijer?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
25149 |
onbewolkt |
klaar:
klōͅr (Q012p Rekem),
ps. omgespeld volgens Grootaers.
klōͅr (Q012p Rekem)
|
klaar, helder [ZND 01 (1922)], [ZND 19A (1936)]
III-4-4
|
25496 |
onderbeschuit |
bodem:
bōjǝm (Q012p Rekem)
|
Er was gevraagd naar de "onderkant van de beschuit". Het kan echter zijn dat een enkel woordtype duidt op "beschuit die van het onderste gedeelte van de beschuitbol wordt gebakken". [N 29, 65b]
II-1
|
32845 |
onderdelen van het zwenghout en de evenaar |
buitenste schakels:
bu.tǝstǝ šā.kǝls (Q012p Rekem),
schakel:
šā.kǝl (Q012p Rekem)
|
Voor de betrokken onderdelen zie men ook de afb. 98, 99 en 100. [N 11A, 103a + b + c; N 11A, 104a + b; div.; monogr.]
I-2
|