18610 |
pyjama |
pyjama {piama}:
pižəma (Q012p Rekem)
|
pyjama, tweedelig nachtkostuum [N 25 (1964)]
III-1-3
|
22726 |
raadsel(tje) |
raadsel(tje):
raadsel (Q012p Rekem),
rōͅdsəl (Q012p Rekem),
bedoelt men de oe in Fr. soeur of de gewone oe??
e roetselke (Q012p Rekem),
lange eu
e reutselke (Q012p Rekem)
|
Een raadsel. [ZND 06 (1924)], [ZND B1 (1940sq)] || Raadsel. [Willems (1885)]
III-3-2
|
24228 |
raaf |
raaf:
raaf (Q012p Rekem)
|
raaf [Willems (1885)]
III-4-1
|
27904 |
raam |
venster:
vę.nstǝr (Q012p Rekem)
|
Zie kaart. Een van glas voorziene opening waardoor het buitenlicht naar binnen valt. In het onderzoeksgebied worden de woorden 'venster' en 'raam' ook wel gebruikt voor de houten of metalen omlijsting waarin de vensterruit wordt geplaatst. In het Standaardnederlands zijn de woorden 'raam', 'venster' en 'glas' onzijdig, in de meeste Limburgse dialecten echter vrouwelijk. Wanneer door de invullers nadrukkelijk een vrouwelijk genus werd opgegeven, is achter de betreffende plaatscode een (+) opgenomen. [N 55, 37; RND 49; A 46, 10a; L mon.; monogr.; Vld.]
II-9
|
33452 |
raampje in een poort |
kijkgat:
kīk˲gāt (Q012p Rekem)
|
Een raampje in een poort, soms ook een luikje, om door te kunnen kijken, ook wel ter beluchting, al dan niet beglaasd. De opgaven die duidelijk op een deur wijzen, zijn overgeplaatst naar het lemma "deurtje in een poortvleugel" (4.1.10). [N 5A, 54b]
I-6
|
30182 |
raamwerk |
geschoor:
gǝšǭr (Q012p Rekem)
|
Het gehele timmergeraamte van verticale en horizontale balken. [N 4A, 52f; N 31, 45b; monogr.; N 4A, 52e]
II-9
|
33272 |
raapzaadolie |
reubsmout:
rø̄b˱smau.t (Q012p Rekem)
|
De olie die uit raapzaad wordt geslagen. Zie de toelichting bij het lemma Koolzaadolie. Bomolie is de olie die uit de eerste slagen van de molen wordt verkregen; ze is van goede kwalitetit en wordt als slaolie gebruikt. Bij de typen lijzend, lijzendsmout en lijzentesmout is uitdrukkelijk opgemerkt dat het om raapolie gaat. Bij de opgave raapzaad is uitdrukkelijk opgemerkt dat het om olie gaat. [JG 1a, 1b; monogr.]
I-5
|
19057 |
raar, vreemd |
aardig:
ārdəx (Q012p Rekem),
vreemd:
dɛ̄ ɛs ej vrɛ̄mp (Q012p Rekem)
|
Die is hier vreemd. [ZND 08 (1925)] || zonderling, vreemd [ZND 01 (1922)]
III-1-4
|
28447 |
raat |
raats:
roǝ.tš (Q012p Rekem),
rōtš (Q012p Rekem)
|
Een raat is een schijf gevormd door twee lagen met de rug tegen elkaar liggende zeszijdige cellen. Ze wordt door de bijen gemaakt voor het opkweken van de larven en voor het opbergen van honing in de winter. Het bouwsel is van was. [N 63, 13a; L 1a-m; S 3; A 25, 10; JG 1a+1b; JG 2b-5, 3; Ge 37, 53; monogr.]
II-6
|
19224 |
raden |
raden:
konsttjəm dat raojə (Q012p Rekem)
|
Kunt ge dat raden? [ZND 06 (1924)]
III-1-4
|