e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Rekem

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
riool rigole (fr.): rəgaol (Rekem), riool: rejōlə (Rekem), ən riuəl (Rekem), oe zoals in boer  rioelen (Rekem) De dikke buizen onder de grond [ZND 24 (1937)] || een riool (onderaardse) [ZND B1 (1940sq)] || Riool (onderaardse buis tot afvoer van vuil water, enz.). [ZND 06 (1924)] III-3-1
rode aalbes rode wiemer: verzamelfiche, ook mat. van ZND01, u en ZND02, 4  ruəj wīmər (Rekem), wiemer: verzamelfiche, ook mat. van ZND01, u en ZND02, 4  wīmər (Rekem) aalbes [ZND 01 (1922)] || rode aalbes [ZND 01 (1922)] I-7
rode biet kroot: krōt (Rekem) Beta vulgaris L. var. rubra L. Deze bietensoort hoort eigenlijk onder de groenten uit de moestuin, en daardoor in de aflevering over de boerderij en het erf, maar is toch hier ondergebracht vanwege "lexicale nabijheid" met biet, kroot. De knollen met een doorsnee van 8-10 cm worden gekookt en warm of koud als salade gegeten. De knollen en het kookvocht hebben een felle donkerpaarse kleur. [A 4, 26d; A 13, 2a; A 49, 1b; L 20, 26d; monogr.] I-5
rode bosmier bosaamzeik: bøͅzōͅəmzēͅi̯k (Rekem) bosmier, (grote) rode ~ [stekkedraoger, brak] [N 26 (1964)] III-4-2
rode koe met geheel witte kop witkop: wetkǫp (Rekem) [N 3A, 125a] I-11
rode koe met witte kop en rode vlekken om de ogen blaarkop: blø̄ǝrkǫp (Rekem) [N 3A, 125b] I-11
rode kool rode kabots: rūj kəbotsə (Rekem), rode kool: roee koel (Rekem), roeekoel (Rekem), rood moes: rūət mōs (Rekem) rode kool [ZND 34 (1940)] || Rode kool (als plant of gewas) [Goossens 1b (1960)], [ZND 34 (1940)] I-7, III-2-3
roep bij verstoppertje spelen komen: de omkieker (de zoeker) zegt :riem tiem twentech daartech viertech fiftech sestech seefetech tachetech neugetech hondert dei neet ferborgen es estroen  kome (Rekem) Wat roepen de kinderen als ze verborgen zijn? [ZND 06 (1924)] III-3-2
roep- en lokwoord voor de eend piele, wiele, wiele: pilǝ, wilǝ, wilǝ (Rekem) [L 18, 2; L B2, 259b; GV 2, 2k; VC 14, 2r -r-; Vld.; N 19, 74, Q 111 add.; A 6, Q 36 add.; monogr.] I-12
roep- en lokwoord voor de gans piele, piele, piele: pīlǝ, pīlǝ, pīlǝ (Rekem) Naast het roepen van namen kan men de ganzen ook lokken door met de tong te klakken of te fluiten. [VC 14, 2p -r-; L 47, 9d; A 6, 6] I-12