e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Rekem

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
schaften malète maken: malète maken (Rekem  [(Eisden / Zwartberg)]   [Eisden]) Schaften, eten. Volgens de respondenten in Q 15, Q 113a en Q 117a gebeurde het "schaften" bovengronds en het "botteren" ondergronds. [N 95, 50; N 95, 53a; N 95, 53b; monogr.; Vwo 495; Vwo 499; Vwo 680; Vwo 690] II-5
schande schande: t ɛšán (Rekem) t Is een schande. [ZND 06 (1924)] III-3-3
schapenboer schaapsboer: šǭbzbūǝ.r (Rekem) Landbouwer wiens voornaamste bedrijfstak de schapenkweek is. [JG 1a, 1b] I-12
scharrelen dabben: dabǝ (Rekem), dabǝn (Rekem) De kippen dabben en scharren in de grond om wormen, insecten en dergelijke te vinden. [N 19, 61a; L 33, 20; monogr.] I-12
schede van de koe lijf: lī.f (Rekem) Uitwendig geslachtsorgaan van de koe. [N C, 13; JG 1a, 1b; A 48A, 47b; monogr.] I-11
scheel scheel (bn.): šēͅl (Rekem) Hij ziet scheel. [ZND 06 (1924)] III-1-1
scheel zien scheel kijken: scheel kijken (Rekem), sj van meisje  sjeel kieke (Rekem) Scheel zien: gebrek van de ogen waarbij de oogassen niet op een zelfde punt gericht kunnen worden (scheel zien, scheel kijken, loensen) [N 108 (2001)] III-1-1
scheen scheen: šɛ̄n (Rekem) De scheen (voorste deel van het been). [ZND 06 (1924)] III-1-1
scheerapparaat scheermachine: sjeermesjien (Rekem) Een electrisch scheerapparaat [scheermachine, scheerder] [N 114 (2002)] III-1-3
scheermes schaars: šārs (Rekem), Groot mes.  sjaars (Rekem), scheermesje: sjeermeske (Rekem) Een scheermesje. Een mes waarmee men de baardharen afscheert [scheermes, schars, schors] [N 114 (2002)] || Scheermes [ZND 06 (1924)] III-1-3