18140 |
verstuiken |
verstuiken:
vərstūk (Q012p Rekem)
|
ik heb mijn voet verstuikt [ZND 08 (1925)]
III-1-2
|
27949 |
vertakkingsondersteuning, carrure |
carrure:
carrure (Q012p Rekem
[(Zwartberg / Eisden)]
[Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden])
|
Speciale ondersteuning aan de vertakking van twee mijngangen of op de plaats waar een blinde schacht in een galerij uitmondt. De opgave "egge" voor de mijn in Winterslag is terug te voeren op het feit dat het complex van ijzeren balken een driehoek vormt die enige gelijkenis vertoont met het landbouwwerktuig van dezelfde benaming. [monogr.; N 95, add.; N 95, 800; Vwo 128; Vwo 218; Vwo 585; Vwo 825; Vwo 826]
II-5
|
21599 |
vertellen |
vertellen:
get fərtɛlə (Q012p Rekem)
|
Een geschiedenis vertellen [ZND 24 1937)]
III-3-1
|
34290 |
vertuieren |
tuieren:
tø̄i̯ǝrǝ (Q012p Rekem)
|
Het verplaatsen van het vee, telkens wanneer een stuk wei is afgegraasd. [L 40, 21b; monogr.]
I-11
|
28235 |
vervoergalerij |
voet:
vōt (Q012p Rekem
[(Zwartberg / Eisden)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV])
|
Galerij die de voet van de pijler met een dwarsgang of een blinde schacht verbindt. Uit de antwoorden en de opmerkingen van een aantal invullers uit Belgisch Limburg (L 422, Q 3, Q 12) blijkt dat de transportgalerij ook een grondgalerij kan zijn. Het monografisch materiaal uit de studies van Vanwonterghem en Defoin is, ook waar het samenstellingen betreft die eerder duiden op een grondgalerij ("voetbaan", "voetgalerij"), om die reden in dit lemma opgenomen. Zie ook het lemma Grondgalerij. [N 95, 377; monogr.; Vwo 255; Vwo 303; Vwo 305; Vwo 662; Vwo 789; Vwo 829; Vwo 838; Vwo 840]
II-5
|
20304 |
verwend kindje |
bedorven kind:
bədòrəvə kɛjnt (Q012p Rekem)
|
bedorven kindje; het is een - - [ZND 05 (1924)]
III-2-2
|
30026 |
verzopen kalk |
verbrand:
vǝrbrānt (Q012p Rekem)
|
Kalk waaraan tijdens het blussen teveel water is toegevoegd waardoor deze te sterk afkoelt. [N 30, 34; monogr.]
II-9
|
30014 |
verzopen mortel |
soep:
sǫp (Q012p Rekem)
|
Mortel waar teveel water in is verwerkt. Zie voor de fonetische documentatie van het woord '(spijs)' het lemma 'Mortel'. [N 30, 43a; monogr.]
II-9
|
27621 |
verzuimdienst |
bommelschicht:
bomǝlsxext (Q012p Rekem
[(Eisden / Zwartberg)]
[Emma])
|
Het zonder voorkennis, verlof of andere geldige redenen van het werk wegblijven. Dit willekeurig verzuim heeft na drie achtereenvolgende keren in de meeste gevallen ontslag op staande voet tot gevolg (Van der Maar). [N 95, 915; N 95, 916; monogr.; Vwo 57; Vwo 149; Vwo 822; div.]
II-5
|
18277 |
vest |
gilet (fr.):
šileͅ (Q012p Rekem),
žilē (Q012p Rekem),
žīlē (Q012p Rekem),
kamizool (<fr.):
sommigen behouden dit woord voor "een gebreiden borstrok met mouwen"een boezeroen
kaməzōl (Q012p Rekem)
|
herenvest zonder mouwen met knopen [wes, west, weemeske, kolder, kamezool, zjielle, ziep, sentje [N 23 (1964)] || vest (fr. gilet) [ZND 16 (1934)], [ZND B1 (1940sq)]
III-1-3
|