e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Rekem

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vrouwelijke gans gans: gau̯s (Rekem), moer: mōr (Rekem), pul: pøl (Rekem) [A 6, 5b; L 1a-m; JG 1a, 1b; S 9; monogr.] I-12
vrouwelijke geit geit: gęi̯.t (Rekem), germ: gęrǝm (Rekem) [N 77, 82; N 77, 79; JG 1a, 1b; N 19, L 322 add.; monogr.] I-12
vrouwelijke hond, teef moer: moor (Rekem, ... ), mōr (Rekem, ... ), moertje: mø&#x0304̝rkə (Rekem), teef: te:f (Rekem), tooitje: tiefke (Rekem) teef [Goossens 1b (1960)] || teef, vrouw. hond [Goossens 2a], [Goossens 2a (1963)] || teef: een vrouwelijke hond [GV K (1935)] || vrouwelijke hond [ZND 03 (1923)] III-2-1
vrouwelijke kat moer: mōr (Rekem), mō̝ər (Rekem), moertje: mø&#x0304̝ərkə (Rekem) moerkat, vrouwelijke kat [Goossens 1b (1960)] || vrouwelijke kat [ZND 27 (1938)] III-2-1
vrouwelijke kip hen: en (Rekem), hen (Rekem), hoen: hōn (Rekem) De hen is het wijfje van het tamme huishoen. [N 19, 37; Wi 13; Wi 14; Wi 17; NE II, 10; Gwn 5, 14; A 11, 1c; A6, 1b; L 6, 20a; L 22, 22; L 28, 35; L 42, 5; L 33, 20; L 34, 12; L 34, 13; JG 1a, 1b; S 14; L 1a-m; Vld.; monogr.] I-12
vrouwenkleren vrouwluikleren: vroͅløj kleͅijər (Rekem) vrouwenkleren [t vrouwendinge, de schörte] [N 23 (1964)] III-1-3
vrouwenonderhemd? vrouwluihemd: vroͅløjømə (Rekem) onderhemd voor vrouwen [N 25 (1964)] III-1-3
vruchtbare grond goede grond: gōi̯ǝ grōnt (Rekem), vette grond: vętǝ grōnt (Rekem) Grond van een dergelijke samenstelling dat de groei van de geteelde gewassen er gunstig door wordt be√Ønvloed en die gunstig reageert na bemesting. Goede grond die geschikt is voor de teelt. [N 27, 28; N 27, 29; N 27, 30] I-8
vruchtgebruik genot: genot (Rekem), vrucht daarvan: vrucht daovan (Rekem) hoe heet het levenslang vruchtgebruik van een goed bv. van een huis ? [ZND 32 (1939)] III-3-1
vuistslag op de rug katje: [sic]  ketje (Rekem), rugslag: rukslaag (Rekem), stomp: stomp (Rekem), tok: lange oe  toek (Rekem) Een slag met de vuist op de rug (bij sommige kinderspelen). [ZND 33 (1940)] III-3-2