19656 |
droogdoek, theedoek |
handdoek:
handdook (Q012p Rekem)
|
Hoe noemt u de doek waarmee men afdroogt? [N105 (2000)]
III-2-1
|
34156 |
droogstaan |
droogstaan:
(de koe) stɛi̯ dryǝx (Q012p Rekem),
dryǝxstǭn (Q012p Rekem)
|
Geen melk meer geven. [N 3A, 72b; JG 1a, 1b]
I-11
|
25129 |
droogte |
droogte:
drugte (Q012p Rekem),
dry(3)̄əgdə (Q012p Rekem)
|
droogte [ZND 33 (1940)]
III-4-4
|
25479 |
droogzolder |
ovenzolder:
ǭǝvǝzøldǝr (Q012p Rekem)
|
De zolder boven de oven. Uit de woordtypen "droogzolder", "droogoven", "meelzolder" en "bloemzolder" blijkt dat deze ruimte gebruikt wordt zowel om iets erin te drogen als om iets erin op te slaan. Volgens Weyns (blz. 66) wordt deze plaats ook wel benut voor het drogen van zaden en volgens de informant van Q 99* droogt men het metershout hierin. [N 29, 105c]
II-1
|
20554 |
drop |
droppel:
drøpəl (Q012p Rekem),
klissesap:
klissəsááp (Q012p Rekem),
klissiesap:
zie ook znd 1u,45a
kalissie-sap (Q012p Rekem),
krissesap:
zie ook znd 1u,45a
krosəsāp (Q012p Rekem)
|
drop [ZND 01 (1922)] || drop (kalissie) [ZND B1 (1940sq)] || drop; Hoe noemt U: Ingedikt sap, aftreksel van zoethout, drop (kalissie, drop) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
20565 |
dropwater |
zwabbelaartje:
zwàbbələbeerkə (Q012p Rekem)
|
Hoe noemt U: Water waarin drop is opgelost (sepnat, kalissewater, kalissesap, poeliepek, kloters) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
25126 |
druilerig en koud weer |
nat (weer):
nā:t (Q012p Rekem)
|
nat [ZND m]
III-4-4
|
33525 |
druiventros |
druiventros:
drūvəntroͅs (Q012p Rekem, ...
Q012p Rekem)
|
[ZND 01 (1922)] [ZND 33 (1940)]
I-7
|
17941 |
druk heen en weer lopen |
op en neer lopen:
op en neer loape (Q012p Rekem),
rondlopen:
rondlopen (Q012p Rekem)
|
Bedrijvig heen en weer lopen (rondridderen, -rennen, rettereren). [N 109 (2001)]
III-1-2
|
25133 |
druppel |
druppel:
droepəl (Q012p Rekem, ...
Q012p Rekem),
druppel (Q012p Rekem, ...
Q012p Rekem),
dr⁄oͅep.əl (Q012p Rekem, ...
Q012p Rekem)
|
druppel (water) [ZND 01 (1922)], [ZND 23 (1937)]
III-4-4
|