e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Rekem

Overzicht

Gevonden: 3899
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
gewas gewas: gǝwas (Rekem) Collectief voor hetgeen verbouwd of geteeld wordt op het veld. [L 1, a-m; S 20; monogr.] I-4
gewelf gewelf: gǝwęlǝf (Rekem), gewelfsel: gǝwø̜lǝfsǝl (Rekem), hemel: hēmǝl (Rekem), overwelfsel: ǭvǝrwø̜lǝfsǝl (Rekem) Gebogen vlak, samengesteld uit bakstenen, dat de overdekking vormt van een ruimte die wordt omsloten door muren of pijlers. Zie ook de lemmata 'Troggewelf' en 'Tongewelf'. [S 10; L 1 a-m; L 24, 12; N 79, 18; monogr.] II-9
gewicht verliezen uitbakken: ūtbakǝ (Rekem) Het verliezen van gewicht bij het bakken van het brood. Volgens de informant van L 270 houdt dit verlies aan gewicht ¬± 10% in. [N 29, 48] II-1
gewichtssteen klauw: %%meervoud%%  klawǝ (Rekem) Gevraagd werd speciaal naar de stenen die men vroeger in plaats van gewichten gebruikte. [B 29, 33b; N 29, 105e; monogr.] II-1
gewone spurrie spurrie: spø̜rǝx (Rekem) Spergula arvensis L. Een 15 tot 40 cm hoge plant met rechtopstaande stengels en smalle, priemvormige bladeren in kransen en kleine witte bloempjes. Spurrie bloeit van juni tot september en wordt vooral op zandgronden als veevoeder gekweekt. [N Q, 2; JG 1a, 1b; L A1, 245; R 3, 28; monogr.] I-5
gewoonte gewente: gewente (Rekem) Gewoonte. [Willems (1885)] III-3-2
gewricht gewerf: gəwāērəf (Rekem), gewerver: gewerver (Rekem), gewricht: chəvrech (Rekem), gevrich (Rekem) gewricht [ZND 01 (1922)] || hoe heet het gewricht van een lidmaat, d.i. de plaats waar de beenderen van armen of benen met elkaar verbonden zijn ? [ZND 24 (1937)] III-1-1
gezellenhuis kantine: kantine (Rekem  [(Zwartberg / Eisden)]   [Eisden]) Het gebouw waar vrijgezellen uit andere provincies en landen die in de mijnen komen werken, worden gehuisvest. De invuller uit Q 3 merkt daarover voor de mijnen in Winterslag en Waterschei op dat in Belgisch-Limburg de gezellenhuizen vanwege de franssprekende mijndirecties ten onrechte de naam "hotel" met een bijkomende benaming in het Frans kregen, bijvoorbeeld Hotel Central, Terminus, Concordia, Pologne, enz. [N 95A, 17] II-5
gezicht gezicht: fletsch gezich (Rekem), gəzex (Rekem), vāl gəzech (Rekem) hij heeft een flets gezicht (bleekgeel, ziekelijk) [ZND 23 (1937)] || viel hij maar eens op zijn gezicht [ZND 08 (1925)] III-1-1
gezicht (spotnamen) bakkes: bakəs (Rekem), lelijk gezicht: lielijk gezicht (Rekem), muil: moel (Rekem), mul (Rekem), snuits: laŋ snūts (Rekem) bakkes [ZND 01 (1922)] || muil (M.) [ZND 01 (1922)] || Snuit. Een lange snuit. [ZND 07 (1924)] || Spotbenamingen voor het gezicht [N 109 (2001)] III-1-1