e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Remersdaal

Overzicht

Gevonden: 543
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
lam lam: laam (Remersdaal), lammetje: lɛmkǝ (Remersdaal) Jong van het schaap in het algemeen. Zie afbeelding 5. [N 70, 3; R 3, 36; S 20; Wi 5; Wi 12; L 20, 22c; L 6, 25; L 1a-m; JG 1a, 1b; AGV, m 3; A 2, 45; A 2, 1; A 4, 22c; Vld.; monogr.] || ze is lam [ZND 29 (1938)] I-12, III-1-2
lammeren lammen: lamǝ (Remersdaal), lammeren: lamǝrǝn (Remersdaal) Jongen ter wereld brengen, gezegd van het vrouwelijk schaap. [N 19, 67; JG 1a, 1b; L 29, 32; L 1a-m; N C, add.; Vld.; monogr.] I-12
lamp lamp: lāmp (Remersdaal, ... ) lamp [ZND 01 (1922)], [ZND 29 (1938)] III-2-1
land land: laand (Remersdaal) land [ZND 29 (1938)] III-3-1
lang leven lang leven: znd 30, 15;  lang lève (Remersdaal), lang lééjve (Remersdaal) lang leven [ZND 30 (1939)] III-2-2
lang ruw haar rond buik en uier duivelshaar: dȳvǝlshǭr (Remersdaal) Eerste haar dat een veulen verliest. [N 8, 23] I-9
langwerpige streep van voorhoofd tot neus lange bles: laŋǝ blęs (Remersdaal) Lange, witte streep over de paardekop tot halverwege de neus, naar de vorm in verschillende soorten onderscheiden: ''halve'' en ''doorlopende bles'', ''smalle'' en ''brede bles'', en als ze de hele snuit wit kleur: witte muil, snuit. Zie ook het vorige lemma met ''bles'' in de betekenis van een naar voren hangend haarbosje. Zie afbeelding 4. [JG 1a, 1b; N 8, 27b] I-9
langzamer langzamer: langzamer (Remersdaal) Voermansroep om het paard langzamer te doen gaan. [N 8, 95h en 96] I-10
laster laster: ook materiaal znd 30, 01  laster (Remersdaal) laster [ZND 01 (1922)] III-1-4
lastig (werken) lastig: ook materiaal znd 30, 02  lēsteug (Remersdaal), lēͅsəg (Remersdaal) lastig [ZND 01 (1922)] III-1-4