e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Remersdaal

Overzicht

Gevonden: 543
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
met de poten te ver uit elkaar staan (te) breed staan: brē̜t štō (Remersdaal) [N 8, 78b] I-9
met de voorpoten harkend over de grond krabben klauwen: klau̯ǝ (Remersdaal) Met de hoeven in de aarde krabben of wroeten. [JG 1a; N 8, 74] I-9
metselen metselen: mɛtsǝlǝ (Remersdaal), muren: mūrǝ (Remersdaal) Bij de bouw van stenen huizen met behulp van mortel de afzonderlijke stenen tot een samenhangend, vast geheel verbinden. [Wi 57; S 23; L 1a-m; L 31, 21; N 30, 1b; monogr.] II-9
metselzand zand: zānt (Remersdaal) Het zand dat bij de bereiding van mortel aan het bindmiddel, bijvoorbeeld kalk of cement, wordt toegevoegd. Doorgaans wordt gebruik gemaakt van rivierzand omdat dit scherp, schoon en ongelijk van korrelgrootte is. In Q 4 werd het zand doorgaans genoemd naar de plaats van herkomst. Ook de woordtypen 'brunssummmer zand' (Q 203), 'helchterse zand' (P 51), 'helchterse' (K 359) en 'lommelzand' (K 353, K 359, P 56) verwijzen naar plaatsen waar zand wordt of werd afgegraven. Zie voor het woordtype 'chape-zand' (L 364) het lemma 'Vloermortel'. [N 30, 36a; N 30, 36b; N 27, 47; L 42, 57; monogr.] II-9
middagdutje doen noensrust houden: noons reus howe (Remersdaal) Hoe noemt ge het wanneer iemand s middags wat gaat slapen ? [ZND 31 (1939)] III-1-2
middendeel van het paard middelhand: medǝlhant (Remersdaal) De middel- of middenhand van het paard, in tegenstelling met ''voorste deel van het paard tot achter de voorbenen'' (3.1.3) en ''achterhand van het paard'' (3.3.14). [JG 1a, 1b; N 8, 12] I-9
minderen weiniger chique maken: wèneger chtiëk make (Remersdaal) Bestaat er voor het "minderen"bij het breiwerk een afzonderlijk woord? [ZND 31 (1939)] III-1-3
minderjarig onmondig: znd 31, 23a  onmeuneg (Remersdaal) minderjarig [ZND 31 (1939)] III-2-2
mismaakt mismaakt: mésmaakt (Remersdaal) het kind is mismaakt [ZND 31 (1939)] III-1-2
moederloos veulen weesveulen: wēsveǝlǝ (Remersdaal) Veulen dat met een melkfles grootgebracht wordt. [N 8, 6] I-9