e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Remersdaal

Overzicht

Gevonden: 543
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
opstaan opstaan: ǫpštø̜ǝ (Remersdaal) Voermansroep om het paard op te doen staan. [N 8, 95j] I-10
opstapelen van graanzakken bermen: bɛrmǝ (Remersdaal) Zakken met graan op een hoop zetten. [L 27, 24] I-4
optuigen aanspannen: āšpanǝ (Remersdaal) Een trekpaard van het nodige trektuig voorzien. Men zet het hoofdstel op het hoofd van het paard, plaatst het haam om zijn nek, legt het schoftzadel op zijn rug en doet het achterhaam aan. Tenslotte gespt men de verschillende delen aan elkaar. [JG 1b; N 8, 97a; monogr.] I-10
oud, versleten paard knol: knǫl (Remersdaal) Zie ook het lemma ''benamingen voor het paard naar de leeftijd'' (2.4.1), sub F. [JG, 1b; A 45, 28a; L 5, 36; L 36, 82; N 8, 20, 62f en 62g; monogr.] I-9
oudejaarsavond oudjaarsavond: ödjaorsaovend (Remersdaal) Oudejaarsavond [silvesteraovent]. [N 06 (1960)] III-3-2
overhoef overhoef: ōvǝrhuf (Remersdaal) Verdikking van het kroonbeen boven de hoef. De knobbels op de kroonrand kunnen het gevolg zijn van eigen kroonbetrappeling, verstuiking en misstappen op een oneffen boden, of door betrappeling van andere paarden, vooral bij het draaien op het veld. Als deze beenwoekering groot van omvang is, wordt het kroongewricht stijf en gaat het paard kreupel. Zie afbeelding 14. [N 8, 90m] I-9
overkoot overgekoot: ōvǝrgǝkōt (Remersdaal) Het voorwaarts doorknikken van de koot van het voorbeen van het paard als gevolg van een verstuiking of van een forcering door te hard te trekken. Zie afbeelding 13. [JG 1b; N 8, 73b, 93a, 93b en 95m] I-9
paard paard: pēǝt (Remersdaal) [JG 1a, 1b; A 3, 4; A 11, 4; L 4, 4; L 5, 27c; L 22, 21; L 23, 1b; Gwn 5, 9a; R -s-; S 27; S 49; RND 60, 74; Wi 6, 17; monogr.; add. uit N 18] I-9
paard dat met rukken trekt rotserd: rutsǝrt (Remersdaal) [N 8, 62r] I-9
paard met een scheve heup ontheupt: ontheupt (Remersdaal) Een paard van ongelijke heuphoogte. Dit gebrek komt meer bij koeien dan bij paarden voor. Zie afbeelding 6. [N 8, 94a] I-9