e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Remersdaal

Overzicht

Gevonden: 543
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
teellid schacht: sxax (Remersdaal) Penis of roede. [JG 1a, 1b; N 8, 36, 37a en 37b] I-9
tepel deem: dēm (Remersdaal), dē̜m (Remersdaal), nuk: (eig.: zuigfles; vgl. du. Nuckel, bij nuckeln: zuigen)  nuk (Remersdaal) [L 49, 6b; A 30, 6b; Ge 1, 6b]Deem, speen, borst. [A 30, 6e; L 49, 6e; N 8, 39a, 39b en 40] I-12, I-9
tepel van een geit tet: tęt (Remersdaal) [L 49, 6c; A 30, 6c; Ge 1, 6c; monogr.] I-12
tepel, tet tet: tęt (Remersdaal) Het afzonderlijk melkgevend orgaan van het varken of de tepel. [N 19, 19a; JG 1a, 1b; L 49, 6d; A 30, 6d; G 1, 6d; monogr.] I-12
tien centiem vijf sang: vof çan (Remersdaal) Bestaat er een dialectnaam voor een stuk van 10 centimes? [ZND 28 (1938)] III-3-1
tijdverdrijf tijdverdrijf: zegswijze : doeve es good veur der tied te verknoeve  tiedverdrief (Remersdaal) Duivenhouden is een ... (iets dat gedaan wordt om de tijd te korten). [ZND 28 (1938)] III-3-2
trappelende bewegingen maken trampelen: trampǝlǝ (Remersdaal) Het paard tilt de poten hoog genoeg op, maar werpt ze niet vooruit; het blijft ter plaatse trappelen. [N 8, 70b en 71] I-9
treiteren de duvel doen: chpiet doeë, plôge, der duvel doeë, zieje, tèrege - in crescendo.  der duvel doeë (Remersdaal), plagen: chpiet doeë, plôge, der duvel doeë, zieje, tèrege - in crescendo.  plôge (Remersdaal), spijt doen: chpiet doeë, plôge, der duvel doeë, zieje, tèrege - in crescendo.  chpiet doeë (Remersdaal), tergen: chpiet doeë, plôge, der duvel doeë, zieje, tèrege - in crescendo.  tèrege (Remersdaal), ziehen (du.): chpiet doeë, plôge, der duvel doeë, zieje, tèrege - in crescendo.  zieje (Remersdaal) Iemand kwellen, plagen (geef gelijkbetekenende woorden op). [ZND 29 (1938)] III-1-4
tuin gaarde: gā.də (Remersdaal) tuin III-2-1
ui, ajuin un: eun (Remersdaal) een ajuin [ZND 43 (1943)] I-7