e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Reppel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
ogenblikje, korte tijd, eventjes even: effe (Reppel) even [ZND 34 (1940)] III-4-4
okkernoot noot: nuut (Reppel) noot, vrucht I-7
oksaal oksaal: ei sjoon okzaal (Reppel) Een schoon (d)oksaal (waar het orgel zich bevindt in de kerk). [ZND 39 (1942)] III-3-3
olie boomolie: een ander woord voor olijfolie  buimulie (Reppel), salade-olie: slaaiulie (Reppel) boomolie || slaolie III-2-3
oliebol smoutbol: gebakken in uit zaad geslagen olie  smautbol (Reppel) oliebol III-2-3
oliekoek smoutkoek: smautkook (Reppel) oliekoek III-2-3
oliemolen slagmolen: slā.x[molen] (Reppel), smoutmolen: smaw.t[molen] (Reppel) Wind-, water- of rosmolen waarin uit zaden olie wordt geslagen. Het zaad wordt daartoe gekneusd met behulp van de zgn. kollergang bestaande uit twee verticaal geplaatste loperstenen. Het geplette zaad wordt in een pan verhit en vervolgens in wollen zakjes (builen) geborgen, waarna de builen in leren omslagen met een paardeharen voering gelegd worden. Het op deze wijze verpakte warme zaadmeel wordt daarna tweemaal geperst. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel -ømolenŋ het lemma ɛmolenɛ.' [JG 1a; JG 1b; Vds 15; Jan 15; Coe 5; Grof 5; monogr.; N D add.] II-3
omheinen afmaken: āfmākǝ (Reppel) Iets omgeven met een omheining, meest van toepassing op een weiland. [N 14, 63; L 32, 45; A 25, 9; Gwn 16, 11; Vld.; monogr.] I-8
omhooggaan omhooggaan: omhoeg gaon (Reppel) Omhooggaan, naar boven gaan (rijzen, (op)stijgen, omhoog gaan) [N 108 (2001)] III-1-2
omzetten omscheppen: omšōpǝ (Reppel) Het met de graanschop omkeren van het op de graanzolder uitgespreide graan. [JG 1a, 1b, 2c] I-4