33851 |
op hol slaan |
op (de) loop gaan:
ǫp ǝ lup ˲gű̄ǝ.n (L358p Reppel)
|
Aan het hollen gaan, niet meer aan het commando gehoorzamen. [JG 1a, 1b; N 8, 81f]
I-9
|
32927 |
op oppers zetten, opperen |
heukelen:
hī.kǝlǝ (L358p Reppel),
op grote heukels zetten:
ǫp grű̄tǝ [heukels] ˲zętǝ (L358p Reppel)
|
Het bijeenwerken in de grootste soort hooihopen, oppers, die in het veld en direct op de grond, worden gemaakt; ze kunnen wel tot 3 meter hoog worden opgezet. Het voorwerp van de overgankelijke werkwoorden is steeds: hooi. Wanneer het resultaat van de handeling, i.c. de opper, in het woordtype voorkomt, wordt steeds door middel van ø...ŋ verwezen naar de woordtypen van het lemma ''opper''. Om de vergelijking te vergemakkelijken is in dit lemma dezelfde volgorde van woordtypen of afleidingen daarvan aangehouden als in het lemma ''opper''.' [N 14, 111; JG 1a, 1b; monogr.]
I-3
|
32920 |
op rijen zetten |
reken:
rēǝkǝ (L358p Reppel),
roeden:
r˙ōi̯ǝ (L358p Reppel)
|
Het uitgespreide gras dat de eerste droging heeft ondergaan bijeenwerken tot rijen of langwerpige heuveltjes. Het voorwerp van de overgankelijke werkwoorden is steeds: hooi of gras. Wanneer het resultaat van de handeling, i.c. de rij, in het woordtype voorkomt, wordt steeds door middel van (...) verwezen naar de woordtypen van het lemma ''rij, wiers''. Om de vergelijking te vergemakkelijken is in dit lemma dezelfde volgorde van woordtypen of afleidingen daarvan aangehouden als in het lemma ''rij, wiers''. Achter in het lemma staan dan de werkwoorden bijeen die geen formeel verband met de benamingen voor de rij hebben. De kaart bevat de denominatieven van de heteroniemen voor rij, wiers en de werkwoordelijke uitdrukkingen met die heteroniemen, ook geordend zoals in het lemma ''rij, wiers''. [N 14, 100; JG 1b, 1c, 2c; A 10, 18; L 38, 36; monogr.]
I-3
|
17897 |
opeenschuiven |
opeenschuiven:
opein chieve (L358p Reppel)
|
Op elkaar schuiven (stroppen, schuiven) [N 108 (2001)]
III-1-2
|
21548 |
openbare verkoop |
hoging:
hiegen (L358p Reppel),
verkoop bij opbod:
verkoup bij opbod (L358p Reppel)
|
Hoe heet een openbare verkoping bij opbod? [ZND 41 (1943)]
III-3-1
|
18163 |
opereren |
opereren:
opereire (L358p Reppel)
|
Opereren: een operatie verrichten (opereren, vlijmen, snijden). [N 107 (2001)]
III-1-2
|
18218 |
ophanger |
hanger:
hanger (L358p Reppel)
|
Lintje. Hoe heet het lintje of snoer om een jas op te hangen? [ZND 37 (1941)]
III-1-3
|
19842 |
opkamer |
opkelder:
oͅpkalər (L358p Reppel)
|
de vloer tussen de hoogste trede van de trap en de deuren van de kamers (Fr. palier) [ZND 33 (1940)]
III-2-1
|
19235 |
opnieuw beginnen |
opnieuw beginnen:
opnouw beginnen (L358p Reppel),
opternieuw beginnen:
oppernoeuw beginnen (L358p Reppel)
|
opnieuw beginnen: veel dialecten kennen nog andere woorden dan opnieuw [ZND 40 (1942)]
III-1-4
|
33145 |
opnieuw wannen |
nawannen:
nǭwanǝ(n) (L358p Reppel),
triēren:
trižē̜rǝ (L358p Reppel)
|
Als men uit het gezuiverde graan het beste zaad wil halen dat zal dienen als zaaigraan, moet men opnieuw wannen. Men draait de wanmolen dan vlug rond zodat al het fijnere graan wegvliegt. Soms gebeurt dit niet met de wanmolen, maar door het graan te zeven; zie het lemma ''zeven met de handzeef'' (6.3.11). De omschrijvende opgaven met behulp van het heteroniem van het lemma wannen, zoals nog eens doordraaien, of voor de tweede keer doorjagen, zijn hier niet opgenomen. [JG 1a, 1b -gedeeltelijk-]
I-4
|