e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Reppel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
pepermunt menta: mentake: pepermuntje  menta (Reppel) pepermunt III-2-3
persoon met een lastig karakter ambetanterik: sjei toch ins ût möt dat stòm gedoons, liêliken ambetanterik deste bö  ambetanterik (Reppel), warse sakker: Eine wèèrse sakker Fr. sacre  wèèrse sakker (Reppel) lastigaard || lastige persoon III-1-4
perzik pche-je: haast altijd dim.  pèèske (Reppel) perzik I-7
perzikkruid reutsel: rē̜tsǝl (Reppel) Polygonum persicaria L. Zeer algemeen voorkomend onkruid op bouwland, in tuinen en wegbermen met zeer kleine roze bloempjes in de vorm van een aar, lancetvormige bladen met een zwarte vlek en roze-rode stengels. Het bloeit van juni tot de herfst. De lengte varieert van 20 tot 100 cm. Voor weie (wilgen) zie ook de toelichting bij het lemma Hanepoot. [JG 1b, 1c, 2c; A 60A, 56] I-5
peterselie peterselie: pētərsē.li (Reppel) [Goossens 1b (1960)] I-7
petroleumlamp quinquet: vgl. Fr. quinquet Het leechtsje vanne kinkee mook ein ròn vlek oppet toafellake  kinkee (Reppel) petroleumlamp III-2-1
peul schaal: sjaal (Reppel, ... ) groene schaal waarin erwten en bonen zitten [ZND 40 (1942)] III-2-3
peul, dop (znw) schaal: sjaal (Reppel), šāl (Reppel) [Goossens 1b (1960)] [ZND 40 (1942)] I-7
peulen, doppen (ww.) uitdoen: uitdoon (Reppel), uutdoon (Reppel), ū.i̯dō.n (Reppel) [Goossens 1b (1960)] [ZND 40 (1942)] I-7
peulerwten sokkererwten: sokəreͅ.rtə (Reppel) [Goossens 1b (1960)] I-7