19079 |
raad |
raad:
oppen door wis ich mich geine road miêr
road (L358p Reppel)
|
raadgeving
III-1-4
|
19225 |
raadsel |
raadsel:
Dich spriks in roadsels: je spreekt voor mij onverstaanbare taal
roadsel (L358p Reppel)
|
raadsel
III-1-4
|
27904 |
raam |
raam:
ram (L358p Reppel)
|
Zie kaart. Een van glas voorziene opening waardoor het buitenlicht naar binnen valt. In het onderzoeksgebied worden de woorden 'venster' en 'raam' ook wel gebruikt voor de houten of metalen omlijsting waarin de vensterruit wordt geplaatst. In het Standaardnederlands zijn de woorden 'raam', 'venster' en 'glas' onzijdig, in de meeste Limburgse dialecten echter vrouwelijk. Wanneer door de invullers nadrukkelijk een vrouwelijk genus werd opgegeven, is achter de betreffende plaatscode een (+) opgenomen. [N 55, 37; RND 49; A 46, 10a; L mon.; monogr.; Vld.]
II-9
|
33272 |
raapzaadolie |
reubsmout:
rēb˱smaű.t (L358p Reppel)
|
De olie die uit raapzaad wordt geslagen. Zie de toelichting bij het lemma Koolzaadolie. Bomolie is de olie die uit de eerste slagen van de molen wordt verkregen; ze is van goede kwalitetit en wordt als slaolie gebruikt. Bij de typen lijzend, lijzendsmout en lijzentesmout is uitdrukkelijk opgemerkt dat het om raapolie gaat. Bij de opgave raapzaad is uitdrukkelijk opgemerkt dat het om olie gaat. [JG 1a, 1b; monogr.]
I-5
|
19057 |
raar, vreemd |
aardig:
arig (L358p Reppel),
ich vòn det hèè maar hiêl arig diêj
aardig (L358p Reppel)
|
eigenaardig
III-1-4
|
28447 |
raat |
ruit:
(mv)
rũ̄ǝ.tǝ (L358p Reppel)
|
Een raat is een schijf gevormd door twee lagen met de rug tegen elkaar liggende zeszijdige cellen. Ze wordt door de bijen gemaakt voor het opkweken van de larven en voor het opbergen van honing in de winter. Het bouwsel is van was. [N 63, 13a; L 1a-m; S 3; A 25, 10; JG 1a+1b; JG 2b-5, 3; Ge 37, 53; monogr.]
II-6
|
19224 |
raden |
raden:
roaje (L358p Reppel)
|
raden, gissen naar
III-1-4
|
33577 |
radijs |
radijs:
radīs (L358p Reppel),
rədīs (L358p Reppel)
|
[ZND 41 (1943)]
I-7
|
18167 |
rafel |
franjel:
fraanele (L358p Reppel),
slijtsel:
slietsel (L358p Reppel)
|
Rafels. Hoe noemt men de rafels die afhangen aan zeer versleten kleren ? [ZND 41 (1943)]
III-1-3
|
21164 |
rails |
rails (<eng.):
rejls (L358p Reppel),
rels (L358p Reppel),
richels:
riggels (L358p Reppel)
|
rails [ZND 41 (1943)]
III-3-1
|