e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Reppel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
selderij selderie: seͅldərii̯ (Reppel) [Goossens 1b (1960)] I-7
servies servies: Hiêrt dèè uich bi-j het servi-js: hoort die ook bij het gezelschap  servi-js (Reppel) servies III-2-1
servituut veldpaadje: veldpêdje (Reppel) Hoe heet een weg, die vanaf de straat toegang geeft tot een akker, die anders niet zou te bereiken zijn? [ZND 37 (1941)] III-3-1
sigaar sigaar: sigaar (Reppel) sigaar [ZND 32 (1939)] III-2-3
sikkel sekel: sēkǝl (Reppel), zekel: zē.kǝl (Reppel) Werktuig in de vorm van een halve cirkel met een korte steel dat gebruikt wordt om gras en soms ook wel graan te maaien. In Noord Ned. Limburg is herhaaldelijk opgemerkt: "zelden in handen van boeren ... het is een typisch vrouwengereedschap" (L 270). [N 11, 88; N 18, 79; JG 1a, 1b, 2c; A 4, 28 en 28a; A 14, 7 en 11; A 23, 16.2; L 20, 28; L 42, 46; L 45, 11; Lu 1, 16.2; NE 2, 1; Wi 51; monogr.; add. uit N Q, 11c] I-5
sinaasappel appelsien: appelsien (Reppel) sinaasappel [ZND 40 (1942)] III-2-3
singel singel: se.ŋǝl (Reppel) Riem die het zadel op zijn plaats houdt. Hij is aan de zijkanten van het zadel vastgehecht en wordt onder de buik van het paard door middel van een gesp gesloten. [JG 1a, 1b; N 13, 72; monogr.] I-10
sint-maarten sint-maarten: sint marten (Reppel) Sint-Maarten. [ZND 38 (1942)] III-3-2
sint-pieter te rome sint-pieter: sint-pieter (Reppel), sint-pīter (Reppel) Sint-Pieter. [ZND 40 (1942)] III-3-3
sintel asse: asschen (Reppel), assen: asschen (Reppel), sinkel: [sic]  zinkelen (Reppel) Hoe heet het overblijfsel van verbrande kolen dat nog eens kan branden ? [ZND 42 (1943)] || Hoe heten de aaneengeklonterde stukken as die in de kachel overblijven ? [ZND 42 (1943)] III-2-1